ECLI:NL:RBDHA:2013:11918

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 augustus 2013
Publicatiedatum
17 september 2013
Zaaknummer
13/20883 en 13/20882
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toezegging staatssecretaris medische behandeling in land van herkomst na uitzetting

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 16 augustus 2013, hebben verzoekers, van Guinese nationaliteit, een voorlopige voorziening aangevraagd met betrekking tot hun medische behandeling na uitzetting. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. M.J.F. Stelling, hebben verzocht om de geneeskundige verzorging in Conakry daadwerkelijk te realiseren. De Immigratie- en Naturalisatiedienst, als verweerder, heeft toegezegd de kosten van medische behandeling te vergoeden tot drie maanden na de uitzetting van de verzoekers. Tijdens de zitting op 14 augustus 2013 is besproken dat verzoekers zich zouden melden bij een specifieke kliniek voor behandeling. Echter, na hun aankomst in het land van herkomst hebben verzoekers de kliniek verlaten, wat leidde tot onduidelijkheid over hun medische situatie.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat, ondanks de toezegging van verweerder, er geen objectieve waarnemingen mogelijk zijn om de situatie ter plaatse te beoordelen. Gezien de urgentie van de medische behoeften van de verzoekers, heeft de voorzieningenrechter besloten een ordemaatregel te treffen. Verzoekers mogen zich vanaf heden melden bij een alternatieve kliniek voor behandeling, waarbij de kosten voor rekening van de verweerder komen. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van verzoekers, die zijn begroot op € 944. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Voorzieningenrechter

Team Vreemdelingenkamer
Zittingsplaats Arnhem
Registratienummers: AWB 13/20883 en 13/20882
Datum uitspraak: 16 augustus 2013

Uitspraak

Ingevolge artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met artikel 71 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)
inzake

[naam],

geboren op [geboortedatum],
v-nummer[nummer],
[naam]
geboren op [geboortedatum],
v-nummer[nummer],
van Guinese nationaliteit,
verzoekers,
gemachtigde mr. M.J.F. Stelling,
tegen

de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Immigratie- en Naturalisatiedienst,
verweerder.

Het procesverloop

Bij verzoekschrift van 12 augustus 2013 hebben verzoekers verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat de geneeskundige verzorging in Conakry van verzoekers daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
Bij brief van 16 augustus 2013 hebben verzoekers verzocht bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat zij zich ter behandeling kunnen laten opnemen in [kliniek 2].
Het verzoek is behandeld op de zitting van 14 augustus 2013. Verzoekers zijn aldaar verschenen, vertegenwoordigd door mr. M.J.F. Stelling. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. W. Steenstra en mw. L. Pricker.

De beoordeling

1.
De voorzieningenrechter overweegt dat verweerder heeft toegezegd tot drie maanden na uitzetting van verzoekers de kosten van hun medische behandeling te vergoeden. Verweerder heeft daartoe afspraken gemaakt met de [kliniek 1]. Verzoekers zijn daar na aankomst in hun land van herkomst ook naar toegebracht en hebben daar verbleven doch zijn op enig moment vertrokken. Of dat vertrek vrijwillig of onvrijwillig was, daarover verschillen partijen van mening.
Ter zitting van de voorzieningenrechter is afgesproken dat verzoekers zich (wederom) tot de [kliniek 1] zouden wenden, ter behandeling. Uit de nadien toegezonden stukken is de voorzieningenrechter gebleken dat verzoekers inderdaad naar de [kliniek 1] zijn gegaan, doch dat ze aldaar niet zijn opgenomen. Wat de reden daarvoor is, is thans niet duidelijk. Op dit moment is ook niet te achterhalen hoe de situatie ter plaatse is, omdat geen objectieve waarnemingen mogelijk zijn. Verweerder heeft de rechtbank bericht dat zondag iemand zal afreizen om ter plaatse polshoogte te gaan nemen en een en ander te begeleiden. Dat geeft thans echter nog geen duidelijkheid. Omdat, mede gelet op de toezegging van verweerder, wel vast staat dat verzoekers medische behandeling nodig hebben en niet verder gewacht kan worden tot (vermeende) problemen met de [kliniek 1] zijn opgelost, zal de voorzieningenrechter een ordemaatregel treffen.
De voorzieningenrechter zal de voorziening treffen dat verzoekers zich vanaf heden mogen melden in de [kliniek 2] teneinde zich aldaar vooralsnog te laten behandelen. De kosten van de medische behandeling zullen voor verweerder zijn.
De voorzieningenrechter verzoekt verweerder hem zo spoedig mogelijk nader te berichten over de bevindingen van het bezoek van zijn vertegenwoordiger en welke gevolgen dat moet hebben voor de thans getroffen voorziening.
De voorzieningenrechter acht verder termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb en verweerder te veroordelen in de door verzoekers gemaakte proceskosten, welke zijn begroot op € 944 aan kosten van rechtskundige bijstand. Van andere kosten in dit verband is niet gebleken.

De beslissing

De voorzieningenrechter
- wijst het verzoek toe;
- bepaalt dat verzoekers zich vanaf heden mogen melden bij de [kliniek 2] en dat verweerder de kosten van de medische behandeling vergoedt tot maximaal drie maanden na de datum van uitzetting;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers ten bedrage van € 944.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.W.P. van Gastel, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.P.L.M. van Dam, griffier.
De griffier, De voorzieningenrechter,
Uitgesproken in het openbaar op 16 augustus 2013.

Rechtsmiddel:

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.