Uitspraak
(gemachtigde: [A]),
Rechtbank Den Haag
In deze zaak gaat het om een beroep tegen navorderingsaanslagen en vergrijpboeten opgelegd aan de eiser, die een restaurant exploiteert. Naar aanleiding van een boekenonderzoek door de Belastingdienst zijn navorderingsaanslagen en vergrijpboeten opgelegd voor de jaren 2002, 2005, 2006, 2007 en 2008. De rechtbank heeft vastgesteld dat de administratie van de eiser ernstige tekortkomingen vertoonde, waardoor de Belastingdienst aannemelijk heeft gemaakt dat de ontvangsten niet correct zijn geboekt. De rechtbank oordeelt dat de omkering van de bewijslast niet van toepassing is, omdat er geen informatiebeschikking is afgegeven. De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag voor het jaar 2002 en vermindert de boetes voor de jaren 2005 en 2006, omdat deze verkeerd zijn berekend. De rechtbank oordeelt verder dat de boeten voor de jaren 2007 en 2008 correct zijn opgelegd. Eiser heeft geen bewijs geleverd voor zijn stellingen dat de belastingaanslagen onterecht zijn. De rechtbank veroordeelt de Belastingdienst in de proceskosten van de eiser.