2.9.De bij voormelde brief van 31 juli 2013 - als bijlage 1 - gevoegde verklaring van de EPC-deskundige, Lodewijk Looijen, vermeldt onder meer:
"Door [B] ben ik gevraagd om de inschrijvingen in het kader van de door Cyclus georganiseerde aanbesteding te beoordelen op het onderdeel EPC. Alvorens nader toe te lichten op welke wijze ik de beoordelingscommissie heb geïnformeerd, zal ik eerst in zijn algemeenheid ingaan op de wijze van beoordeling van de inschrijvingen en de toepassing van de EPC-systematiek.
In het Bouwbesluit artikel 5.2, lid 1, is vastgelegd dat een nieuw te bouwen gebouw moet voldoen aan een maximale energieprestatiecoëfficiënt, bepaald volgens NEN7120. NEN7120 is de in het Bouwbesluit voorgeschreven bepalingsmethode voor het bepalen van de energiezuinigheid van gebouwen. Het resultaat van deze bepalingsmethode is de energieprestatiecoëfficiënt. Hoe lager deze coëfficiënt, hoe energiezuiniger het gebouw.
In het Bouwbesluit is per gebruiksfunctie vastgelegd wat de maximale waarde van deze energieprestatiecoëfficiënt mag zijn. Voor het door Cyclus aan te besteden werk geldt de maximale Energieprestatiecoëfficiënt behorende bij een kantoorfunctie. Deze maximale waarde bedraagt 1,1.
Een energieprestatiecoëfficiënt van lager dan 1,1 kan beschouwd worden als een bovenwettelijke prestatie. In de gunningleidraad artikel 5.3.3 is aangegeven dat een bovenwettelijke prestatie op het gebied van energiezuinigheid wordt gewaardeerd door middel van een puntentelling.
Beoordeling inschrijving [B] Bouwgroep
Ten aanzien van de inschrijving van [B] Bouwgroep heb ik de beoordelingscommissie als volgt geadviseerd:
[B] Bouwgroep geeft in haar inschrijving aan, te komen tot een energieprestatiecoëfficiënt van 0,80. Hiervoor is een NEN7120 berekening aangeleverd.
Op basis van deze energieprestatiecoëfficient is voor stap 1 een score vastgesteld van (1,1-0,8)/0,0275 = 10,9 punten.
In de inschrijving van [B] Bouwgroep is in zijn algemeenheid een aantal zaken geconstateerd:
1. de NEN7120 berekening komt niet overeen met het ingediende ontwerp. De energieprestatiecoëfficient van het ingediende ontwerp is daarmee onduidelijk;
2. er is geen berekening van het wettelijk niveau bijgevoegd (energieprestatiecoëfficiënt van 1,1). Daardoor is het niet duidelijk welke maatregelen bovenwettelijk zijn en welke nodig zijn om het wettelijk niveau te halen;
3. de terugverdientijden per maatregel zijn niet berekend maar alleen genoemd. De terugverdientijden en exploitatie worden hiermee wel onderbouwd maar niet aannemelijk gemaakt. Het is niet duidelijk ten opzichte waarvan deze terugverdientijden zijn bepaald. Niet alle genoemde terugverdientijden worden aannemelijk en/of realistisch geacht;
4. Meer in detail: er is in de berekening geen rekening gehouden met energie gebruik voor koeling en er is onduidelijkheid over het gebruik van een open of gesloten WKO systeem.
Op basis van deze constateringen is voor geen enkele voorgestelde energiebesparende maatregel vast te stellen of deze bovenwettelijk is of niet. Als een maatregel niet bovenwettelijk is, dan is er ook geen sprake van een terugverdientijd. Alle besparingen zijn namelijk ten opzichte van het minimale wettelijk vereiste niveau.
Het wettelijk vereiste niveau is niet vastgesteld op basis van een NEN7120 berekening. Ook in de bepaling van de terugverdientijd per afzonderlijke maatregel wordt niet aan een wettelijk niveau gerefereerd. Ook daar is dus niet duidelijk ten opzichte waarvan de terugverdientijd is bepaald.
Concluderend is dus voor geen van de afzonderlijke maatregelen aannemelijk gemaakt dat de terugverdientijd ten opzichte van het wettelijk vereiste niveau korter is dan 10 jaar.
De onderbouwing is daarom alsslechtbeoordeeld.
De correctiefactor bedraagt daarom 0,25. De score wordt dan 0,25x10,9 = 2,7 punten.
De score uit stap 1 en 2 bedraagt 2,7 punten. Dit is minder dan het maximum van 10. De uiteindelijke score bedraagt dus ook 2,7 punten.
Op grond van stap 1 tot en met 3 heb ik de beoordelingscommissie geadviseerd aan de inschrijving van [B] Bouwgroep een totaal van 2,7 punten toe te kennen voor het onderdeel Energieprestatie."