In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 augustus 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen U-Diagnostics B.V. en de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Defensie. U-Diagnostics, een klinisch chemische dienstverlener, had deelgenomen aan een openbare Europese aanbesteding voor laboratoriumdiensten voor het Centraal Militair Hospitaal (CMH) te Utrecht. De aanbesteding was gebaseerd op het gunningscriterium van de laagste prijs. U-Diagnostics diende een offerte in, maar deze werd door de Staat als 'niet compliant' beoordeeld omdat op het inschrijvingsbiljet verschillende posten niet waren ingevuld of als vervallen waren opgegeven. U-Diagnostics vorderde in deze procedure dat de Staat zou worden verboden de opdracht definitief aan een andere inschrijver, het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC), te gunnen en dat de aanbestedingsprocedure zou worden ingetrokken en heraanbesteed.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat U-Diagnostics niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de motivering van de Staat voor het gunningsvoornemen onzorgvuldig was. De rechter stelde vast dat het voor U-Diagnostics als normaal oplettende inschrijver duidelijk had moeten zijn dat zij per verrichting een prijs moest invullen op het inschrijvingsbiljet, gebaseerd op het geprognosticeerde aantal verrichtingen. De rechter oordeelde dat de Staat niet gehouden was om U-Diagnostics de gelegenheid te bieden om haar inschrijving te herstellen, aangezien het niet of onvolledig invullen van het inschrijvingsbiljet niet als een omissie kan worden aangemerkt die eenvoudig te herstellen is. De rechter wees de vorderingen van U-Diagnostics af en veroordeelde haar in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en volledigheid bij het indienen van inschrijvingen in aanbestedingsprocedures, en bevestigt dat inschrijvers zich aan de gestelde eisen dienen te houden om in aanmerking te komen voor gunning.