Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
(Vc 2000), paragraaf 3.1, onder b en c, voldoet. Dit houdt in dat hij niet aan de voorwaarde voldoet dat hij dan wel zijn pleegouders ten behoeve van hem tenminste vijf jaar voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft/hebben ingediend bij verweerder en hij na die aanvraag tenminste vijf jaar in Nederland heeft verbleven. Verzoeker is geboren op [geboortedag] 1993. Dit betekent dat de asielaanvraag vóór 12 maart 2006 ingediend had moeten worden. Namens betrokkene is op 23 november 2006 een asielaanvraag ingediend. De asielaanvraag is hierdoor minder dan
vijf jaar voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar ingediend, aldus verweerder. Verder voldoet verzoeker evenmin aan de voorwaarde dat hij zich niet langer dan een periode van drie maanden onttrokken mag hebben aan het toezicht van Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) of de Vreemdelingenpolitie. Het is verweerder uit adresonderzoek gebleken dat verzoeker en zijn familie op 15 mei 2012 met onbekende bestemming uit [woonplaats] vertrokken zijn. Op 10 december 2012 is verzoeker staande gehouden en vervolgens op 12 december 2012 in vreemdelingenbewaring geplaatst. In de tussenliggende periode is er geen contact geweest tussen verzoeker, de IND, DT&V, COA of de Vreemdelingenpolitie en heeft hij zich langdurig onttrokken aan het toezicht van de overheid, aldus verweerder.