ECLI:NL:RBBRE:2012:BZ3937
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen belastingaanslagen en boete
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 30 november 2012 uitspraak gedaan over de beroepen van belanghebbende tegen een brief van de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had belanghebbende verzocht om de gronden van bezwaar in te dienen, met de waarschuwing dat het niet voldoen aan dit verzoek zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen uitspraken op bezwaar waren waartegen beroep openstond, noch instemming van de inspecteur met rechtstreeks beroep. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de relevante artikelen uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besproken. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een ambtshalve aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, alsook tegen een ambtshalve aanslag bijdragevervangende belasting. De rechtbank concludeerde dat belanghebbende niet had voldaan aan de wettelijke vereisten voor het instellen van beroep, aangezien er geen uitspraken op bezwaar waren overgelegd en de inspecteur niet had ingestemd met rechtstreeks beroep.
De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en belanghebbende is geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.