ECLI:NL:RBBRE:2012:BZ3846
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing over kapitaaluitkeringen van Belgische pensioenverzekeraars na overlijden echtgenoot
In deze zaak heeft de rechtbank Breda op 18 december 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst/Zuidwest. De belanghebbende ontving kapitaaluitkeringen van Belgische pensioenverzekeraars na het overlijden van haar echtgenoot. In het kader van het opvragen van een woonplaatsverklaring heeft zij contact gehad met de inspecteur, waarbij zij stelde dat deze haar ten onrechte niet had geïnformeerd over de mogelijkheid om het kapitaal onder te brengen in een stamrecht-BV. Hierdoor zou de belastingheffing over de uitkeringen niet in één keer plaatsvinden.
De rechtbank oordeelde dat het geven van belastingadviezen niet tot de taak van de inspecteur behoort. De inspecteur is verantwoordelijk voor het geven van juiste informatie over de fiscale gevolgen in specifieke situaties, en volgens de rechtbank heeft hij deze taak correct uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat de uitkeringen op de juiste wijze in de belastingheffing zijn betrokken en dat de aanslag inkomstenbelasting/premieheffing die aan de belanghebbende was opgelegd, terecht was.
De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.