ECLI:NL:RBBRE:2012:BZ2767

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
10 augustus 2012
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
10/4280
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen naheffingsaanslag accijns en boete opgelegd aan belanghebbende voor drankenindeling

In deze zaak heeft de rechtbank Breda op 10 augustus 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen belanghebbende, een onderneming die gedistilleerde dranken en wijnen verhandelt, en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane. Belanghebbende had een vergunning om verschillende dranken onder schorsing van accijns voorhanden te hebben in haar accijnsgoederenplaats. De inspecteur legde een naheffingsaanslag in de accijns op, omdat hij van mening was dat de dranken moesten worden ingedeeld als 'overige alcoholhoudende dranken' in plaats van 'mousserende tussenproducten', zoals belanghebbende had aangegeven. De rechtbank concludeerde dat de dranken in beginsel zowel onder GN-code 2206 als GN-code 2208 konden worden ingedeeld. Echter, het karakter van de dranken was door de toevoeging van gedistilleerde alcohol verloren gegaan, waardoor indeling onder GN-code 2208 gerechtvaardigd was. Desondanks oordeelde de rechtbank dat het beroep op het vertrouwensbeginsel van belanghebbende slaagde, wat leidde tot vermindering van de naheffingsaanslag, de boete en de heffingsrente. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraken op bezwaar, en bepaalde dat de naheffingsaanslag moest worden verminderd tot € 4.715, de boete tot € 74, en de heffingsrente dienovereenkomstig moest worden aangepast. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 10/4280
Uitspraakdatum: 10 augustus 2012
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende], gevestigd te [plaats X],
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Roosendaal,
de inspecteur.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1. De inspecteur heeft aan belanghebbende over het tijdvak 1 januari 2004 tot en met
1 februari 2008 een naheffingsaanslag in de accijns (aanslagnummer [nummer]) opgelegd van € 5.912, alsmede bij beschikking een boete van € 591. Tevens is een bedrag aan heffingsrente van € 179 aan belanghebbende in rekening gebracht.
1.2. De inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van
20 augustus 2010 de naheffingsaanslag, de boetebeschikking en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
1.3. Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 30 september 2010, ontvangen bij de rechtbank op 1 oktober 2010, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 298.
1.4. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.5. Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de inspecteur.
1.6. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 juni 2012 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens belanghebbende, haar financieel directeur [financieel directeur], vergezeld van de gemachtigde van belanghebbende, [gemachtigde] en namens de inspecteur, [gemachtigden]. Partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan elkaar. Van het verder ter zitting verhandelde is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
2. Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
2.1. Belanghebbende houdt zich bezig met de in- en verkoop van gedistilleerde dranken, wijnen en tussenproducten, waaronder de dranken Olifant Vodkarosé, Paradise fruit, Ugami Tropical fruit en Kokorumba coconut drink (hierna: de dranken). De dranken kennen de volgende recepturen:
Olifant Vodkarosé gewichtspercentage van totaal product
Roséwijn 76
Neutrale alcohol 11,11
Wodka distillaat 0,20
Water 12,69
Paradise fruit gewichtspercentage van totaal product
GD type basiswijn bruin 58,93
GW basis wit 37,68
Alcohol 96,2% 0,32
Vloeibare suiker 65% 2,70
Essence Sinaasappel 0,30
Essence Mango Flavour 0,02
Essence Tropica Mix Fruits 0,05
Ugami Tropical fruit gewichtspercentage van totaal product
GD type basiswijn bruin 58,89
GW basis wit 37,69
Alcohol 96,2% 0,17
Vloeibare suiker 65% 3,03
Essence Safari Flavour 0,19
Essence Exotic Flavour 0,01
Essence Mango Flavour 0,01
Essence Lime Flavour 0,01
Kokorumba coconut drink gewichtspercentage van totaal product
GD type basiswijn bruin 28,30
GW basis wit 60,38
Alcohol 96,2% 1,13
Vloeibare suiker 65% 9,83
Essence kokos type Malibu 0,35
Essence Honing 0,01
2.2. Het percentage alcohol in de dranken is als volgt samengesteld.
Olifant Vodkarosé (alcohol 20%) gewichtspercentage bijdrage alcohol
Wijnalcohol 46
Gedistilleerde alcohol 54
Paradise fruit (alcohol 14,5%) gewichtspercentage bijdrage alcohol
Wijnalcohol 57
Gedistilleerde alcohol 43
Ugami tropical fruit (alcohol 14,5%) gewichtspercentage bijdrage alcohol
Wijnalcohol 58
Gedistilleerde alcohol 42
Kokorumba coconut drink (alcohol 14,5%) gewichtspercentage bijdrage alcohol
Wijnalcohol 58
Gedistilleerde alcohol 42
2.3. Belanghebbende is in het bezit van een vergunning om deze dranken onder schorsing van accijns voorhanden te mogen hebben in haar accijnsgoederenplaats (AGP). Voor de uitslag van de dranken uit haar AGP heeft belanghebbende maandaangiften accijns gedaan. In de aangiften heeft belanghebbende de dranken telkens aangemerkt als “ niet-mousserende tussenproducten” zoals bedoeld in afdeling 2a van de Wet op de accijns (hierna: WA). Belanghebbende heeft de dranken als volgt ingedeeld in de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN):
Product GN-code tot 1 juni 2007 GN-code vanaf 1 juni 2007
Olifant Vodkarosé - 2205 *
Paradise fruit 2206 2205
Ugami Tropical fruit 2206 2205
Kokorumba coconut drink 2206 2205
* Olifant Vodkarosé wordt pas per 1 juli 2007 door belanghebbende verkocht.
2.4. Bij belanghebbende is in juni 2008 door de Belastingdienst/ Douane Zuid kantoor Tilburg een controle uitgevoerd naar de aanvaardbaarheid van de aangiften accijns en de naleving van de voorschriften voor de vergunning met betrekking tot de periode 1 januari 2004 tot en met 1 februari 2008. Naar aanleiding van deze controle heeft de inspecteur zich onder andere op het standpunt gesteld dat de dranken geen tussenproducten zijn, maar tot de “overige alcoholhoudende dranken” behoren zoals bedoeld in afdeling 3 van de WA. Volgens de inspecteur dienen de dranken te worden ingedeeld in GN-code 2208.
2.5. Aan belanghebbende is over de periode 1 januari 2004 tot en met
1 februari 2008 de onder 1.1 genoemde naheffingsaanslag accijns opgelegd. Het gedeelte van de naheffingsaanslag dat ziet op de dranken is als volgt opgebouwd:
Naheffing 2007:
Olifant Vodkarosé: € 3.973
Paradise fruit: € 958
Ugami Tropical fruit: € 166
Kokorumba coconut drink: € 73
Totaal € 5.170
De verzuimboete hierover bedraagt € 517 (10%).
3. Geschil
3.1. In geschil is het gedeelte van de naheffingsaanslag accijns dat ziet op de dranken. Meer specifiek in geschil is of de dranken moeten worden aangemerkt als tussenproducten, zoals belanghebbende voorstaat, of als overige alcoholhoudende producten, zoals de inspecteur voorstaat. Tevens zijn de bijbehorende verzuimboete en de in rekening gebrachte heffingsrente in geschil.
3.2. Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen daaraan ter zitting is toegevoegd wordt verwezen naar het proces-verbaal dat aan deze uitspraak is gehecht.
3.4. Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar, vermindering van de aanslag tot € 742 (€ 5.912 -/- € 5.170), dienovereenkomstige vermindering van de berekende heffingsrente en vermindering van de boetebeschikking tot € 74 (€ 591 -/- € 517). De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
4. Toepasselijke wet- en regelgeving
4.1. De relevante artikelen van de WA (tekst 2007) zijn:
Artikel 1a
1.In deze wet en in de daarop gebaseerde regelingen wordt verstaan onder:
(…)
q. GN-code: de code als bedoeld in verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PbEG L 256), zoals deze luidt op 19 oktober 1992 onderscheidenlijk, indien het minerale oliën betreft, op 1 januari 2002 (hierna: Verordening EG nr. 2658/87).
Artikel 11a. [Tussenprodukten]
Tussenprodukten worden onderscheiden in niet-mousserende tussenprodukten en mousserende tussenprodukten.
Artikel 11b. [Definitie niet-mousserende tussenproducten]
Onder niet-mousserende tussenprodukten worden verstaan alle niet als bier of wijn aan te merken produkten van GN-codes 2204, 2205 en 2206 met een alcoholgehalte van meer dan 1,2%vol maar niet meer dan 22%vol, die ingevolge artikel 11c niet als mousserende tussenprodukten worden aangemerkt.
Artikel 11d
1.De accijns bedraagt per hectoliter voor niet-mousserende tussenprodukten met een alcoholgehalte van:
a. niet meer dan 15%vol € 72,89;
b. meer dan 15%vol € 102,68.
2.De accijns bedraagt per hectoliter voor mousserende tussenprodukten € 201,24.
Artikel 12. [Definitie overige alcoholhoudende producten]
1.Onder overige alcoholhoudende produkten worden verstaan:
a. alle produkten van GN-codes 2207 en 2208 met een alcoholgehalte van meer dan 1,2%vol, ook wanneer deze produkten bestanddeel zijn van een produkt van een GN-code uit een ander hoofdstuk van de gecombineerde nomenclatuur;
b. produkten van GN-codes 2204, 2205 en 2206 met een alcoholgehalte van meer dan 22%vol.
2.Onder overige alcoholhoudende produkten worden mede verstaan gedistilleerde dranken als bedoeld in het eerste lid, wanneer deze dranken andere produkten, al dan niet in oplossing, bevatten.
Artikel 13. [Tarief alcoholaccijns]
De accijns bedraagt voor overige alcoholhoudende produkten per hectoliter bij een temperatuur van 20°C per volume-percent alcohol € 15,04.
4.2. De omschrijvingen van de relevante GN-codes in de Verordening EG nr. 2658/87 zijn:
GN-code Omschrijving
2204 Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen; druivemost, andere dan bedoeld bij post 2009
2205 Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen
2206 Andere gegiste dranken (bijvoorbeeld appelwijn, perenwijn, honingdrank)
2208 Ethylalcohol, niet gedenatureerd met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80% vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten; samengestelde alcoholische preparaten van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken
4.3. De GN-toelichting vermeldt voor zover hier van belang het volgende (Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Gemeenschappen (2006/C 50/01) gepubliceerd op grond van artikel 10, lid 1, van de Verordening EG nr. 2658/87):
“2204 | Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen; druivenmost, andere dan bedoeld bij post 2009 Zie voor het begrip "effectief alcohol-volumegehalte" aanvullende aantekening (GN) 2, onder a), op dit hoofdstuk. |
(…)
2205 | Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen Van de tot deze post behorende wijn, die in de GS-toelichting op post 2205 omschreven is, kunnen worden genoemd: 1.marsala all'uovo, marsala alla mandorla en crema di marsala all'uovo, zijnde dranken op basis van marsalawijn, waaraan eigeel, amandelen en andere aromatische stoffen zijn toegevoegd;2.sangria, zijnde een drank op basis van wijn, gearomatiseerd met bijvoorbeeld citroenen of sinaasappelen. Zie aanvullende aantekening (GN) 8 op dit hoofdstuk. De producten waarvan het effectief alcohol-volumegehalte lager is dan 7 % vol, vallen onder post 220600. |
(…)
220600 | Andere gegiste dranken (bijvoorbeeld appelwijn, perenwijn, honigdrank); mengsels van gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken met alcoholvrije dranken, elders genoemd noch elders onder begrepen |
(…)
2208 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten. Gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten in de zin van deze post zijn in het algemeen voor menselijke consumptie bestemde alcoholhoudende vloeistoffen die verkregen worden: hetzij door rechtstreeks distilleren (al dan niet onder toevoeging van aromatische stoffen) uit gegiste natuurlijke vloeistoffen, zoals wijn en cider, of uit gegiste vruchten, gegiste draf, gegiste granen of andere gegiste producten van plantaardige oorsprong; hetzij door het enkel toevoegen van bepaalde aromatische stoffen en eventueel suiker aan door distillatie verkregen alcohol. Verschillende gedistilleerde dranken zijn omschreven in de derde alinea, de punten 1 t/m 17, van de GS-toelichting op post 2208. Opgemerkt wordt dat niet-gedenatureerde gedistilleerde dranken onder deze post blijven ingedeeld, ook indien zij een alcoholgehalte hebben van 80 % vol of meer, en ongeacht of het al dan niet gebruiksklare dranken betreft. Door gisting verkregen alcoholhoudende dranken vallen niet onder deze onderverdeling (posten 220300 t/m 220600). |”
4.4. De GN is gebaseerd op het wereldwijd geharmoniseerde systeem (hierna: GS) inzake de omschrijving en codering van goederen, dat is opgesteld door de Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie. De GS-toelichting vermeldt voor zover hier van belang het volgende:
2204:
“I. Wijn van verse druiven
De wijn die onder deze post wordt ingedeeld is het eindproduct van de alcoholische gisting van most van verse druiven.
Deze post omvat:
1. gewone wijn (rode, witte en rosé);
2. wijn waaraan alcohol is toegevoegd;
3. mousserende wijn. Dit is wijn die met kooldioxide onder druk is verzadigd, hetzij door natuurlijke gisting in gesloten flessen, hetzij door toevoeging van kooldioxide als zodanig;
4. likeurwijnen. Dit zijn wijnen met een hoog alcoholgehalte (zogenaamde geestrijke of alcoholrijke wijnen) die in de regel worden bereid uit druivenmost die veel suiker bevat waarvan bij de gisting slechts een deel in alcohol wordt omgezet. Zij worden soms verkregen door toevoeging van ingedikte most, van mistella of van alcohol. Van de likeurwijnen kunnen worden genoemd: Canarische wijn, Cyprische wijn, Lacrima Christi, madera, malaga, marsala, port, Malvezij, samos, sherry (Xeres).
Van deze post zijn uitgezonderd:
1. dranken op basis van wijn, bedoeld bij post 22.05;
2. geneesmiddelen bedoeld bij post 30.03 of 30.04.
II. Druivenmost
Druivenmost is een door uitpersen van verse druiven verkregen product. Het is een geelgroene, zoetsmakende vloeistof die troebel is door de plantendeeltjes die er in rondzweven. Hij bevat in oplossing een mengsel van suikers (glucose en fructose), alsmede zuren (wijnsteenzuur, appelzuur, enz.), minerale bestanddelen, eiwitstoffen, slijmen en bepaalde bestanddelen die aan wijn bouquet geven, dat wil zeggen een kenmerkende geur en smaak.
Laat men druivenmost enige tijd staan, dan gaat hij spontaan, dus zonder toevoeging van gist, gisten, een proces waarbij de suikers in alcohol worden omgezet. Het eindproduct van dat gistingsproces is wijn.
De spontane gisting van druivenmost kan worden geremd of volledig gestuit.
Het stillen of stuiten van de gisting kan op verschillende wijzen geschieden:
1. door inwerking op de most van salicylzuur of van andere bederfwerende middelen;
2. door het doorleiden van zwaveldioxide door de most;
3. door toevoeging van alcohol. Most waaraan alcohol is toegevoegd, wordt vaak, zonder een verdere behandeling te hebben ondergaan, als wijn geconsumeerd. Andere, bekend als ‘mistella’, worden gebruikt bij de vervaardiging van wijn, van likeurwijn, van aperitief, enz.;
4. door afkoeling.
Opgemerkt wordt dat deze groep zowel gedeeltelijk gegiste druivenmost, waarvan de gisting al dan niet gestuit is, als ongegiste druivenmost waaraan alcohol is toegevoegd, omvat, beide met een alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5% vol.
Van deze post zijn uitgezonderd druivensap en druivenmost, ook indien geconcentreerd, niet gegist of met een alcoholvolumegehalte van niet meer dan 0,5% vol (post 20.09).”
2205:
“Deze post omvat een groep dranken die voornamelijk worden gebruikt als aperitieven of als opwekkende dranken, bestaande uit wijn van verse druiven, bedoeld bij post 22.04, die bereid is met kruiden (bladeren, wortels, vruchten, enz.) of met aromatische stoffen.
De post omvat eveneens de hierboven bedoelde soorten dranken waaraan vitaminen of ijzerverbindingen zijn toegevoegd. Deze producten, die soms 'voedingssupplementen' worden genoemd, zijn bestemd om het organisme gezond te houden.
Van deze post zijn uitgezonderd:
1. wijn van rozijnen bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen (post 22.06);
2. geneesmiddelen bedoeld bij post 30.03 of 30.04.”
2206
“Deze post omvat gegiste dranken van alle soorten, andere dan die bedoeld bij de posten 22.03 tot en met 22.05.
Onder deze post wordt onder meer ingedeeld:
1. appeldrank, ook cider of appelwijn genoemd, verkregen door gisting van appelsap;
2. perendrank, ook perenwijn genoemd, een drank die veel overeenkomst vertoont met appeldrank (vandaar de benaming perencider), verkregen door gisting van perensap;
3. honingdrank, ook wel mede of mee genoemd, verkregen door gisting van een oplossing van honing in water. Honingdrank waaraan witte wijn, aromatische zelfstandigheden en diverse andere stoffen zijn toegevoegd, wordt eveneens onder deze post ingedeeld;
4. wijn van rozijnen;
5. vruchtenwijn, verkregen door gisting van most of van sap van andere vruchten dan verse druiven (vijgenwijn, dadelwijn, bessenwijn, enz.) of van groentesappen, met een alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5% vol;
6. zogenaamde malton, een gegiste drank gemaakt van moutextract en wijnmoer;
7. zogenaamd sprossenbier of spruce, gemaakt van het sap, de naalden en de loten van bepaalde sparren;
8. sake of rijstwijn;
9. palmwijn, verkregen uit het sap van bepaalde palmen;
10. gemberbier en kruidenbier, zijnde bruisende dranken gemaakt van suiker en water, waaraan gember of kruiden zijn toegevoegd en die door toevoeging van gist aan het gisten zijn gebracht.
Bedoelde dranken kunnen van nature mousserend zijn of door toevoeging van kooldioxide mousserend zijn gemaakt. Zij blijven ook onder deze post ingedeeld wanneer alcohol is toegevoegd of het alcoholvolumegehalte is verhoogd door een verdere gisting, voor zover zij het karakter hebben behouden van producten als bedoeld bij deze post.
Deze post omvat eveneens mengsels van alcoholvrije dranken en gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken als bedoeld bij de voorgaande posten van dit hoofdstuk, bijvoorbeeld mengsels van limonade en bier of wijn, mengsels van bier en wijn, met een alcoholgehalte van meer dan 0,5% vol.
Sommige van deze dranken kunnen ook toegevoegde vitaminen of ijzerverbindingen bevatten. Deze producten, die soms ‘voedingssupplementen’ worden genoemd, zijn bestemd om het organisme gezond te houden.
Ongegist vruchtensap (van appelen, peren, enz.) en andere dranken met een alcoholvolumegehalte van niet meer dan 0,5% vol, worden respectievelijk ingedeeld onder de posten 20.09 en 22.02.”
2208
“Deze post omvat, ongeacht het volumegehalte alcohol:
1. gedistilleerde dranken verkregen door distillatie (zonder toevoeging van aromatische stoffen) van spontaan gegiste natuurlijke vloeistoffen, zoals wijn en appeldrank, of van gegiste vruchten, droesem, granen of andere plantaardige producten. Bedoelde dranken hebben een kenmerkend bouquet (geur en smaak) toe te schrijven aan bepaalde secundaire aromatische bestanddelen (esters, aldehyden, zuren, hogere alcoholen, enz.) die eigen zijn aan de gebruikte grondstoffen;
2. likeuren, dat wil zeggen alcoholhoudende dranken waaraan suiker, honing of andere natuurlijke zoetstoffen en extracten of essences zijn toegevoegd (bijvoorbeeld alcoholhoudende dranken verkregen door distillatie of door het mengen van ethylalcohol of gedistilleerde dranken met een of meer van de navolgende producten: vruchten, bloemen of andere plantendelen, extracten, essences, etherische oliën of vruchtensappen, ook indien geconcentreerd). Van deze producten kunnen onder meer worden genoemd: likeuren die suikerkristallen bevatten, likeuren van vruchtensappen, eierlikeuren, likeuren op basis van kruiden, bessen of specerijen, likeuren van thee, chocolade, melk of honing;
3. alle andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten en niet zijn genoemd of niet zijn begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk.
Deze post omvat eveneens niet gedenatureerde ethylalcohol met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80% vol, zowel bedoeld voor menselijke consumptie als voor industrieel gebruik. Bedoelde ethylalcohol kan worden onderkend van de producten bedoeld onder A, B en C hiervoor, ook indien hij bestemd is voor menselijke consumptie, doordat hij geen aromatische bestanddelen bevat.
Van de producten bedoeld bij deze post kunnen behalve ethylalcohol met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80% vol, worden genoemd:
1. dranken gestookt uit wijn of druivemoer (cognac, armagnac, grappa, brandy, pisco, singani, enz.);
2. whisky en andere gedistilleerde dranken verkregen door distillatie van een gegist beslag van granen (gerst, haver, rogge, tarwe, mais, enz.);
3. gedistilleerde dranken uitsluitend verkregen door het distilleren van gegiste suikerrietproducten (suikerrietsap, suikerrietstroop, suikerrietmelasse), bijvoorbeeld rum, tafia, cachaça.
4. jenever en gin, zijnde gedistilleerde dranken die de aromatische bestanddelen van jeneverbessen bevatten;
5. wodka verkregen door distillatie van een gegist beslag van landbouwgewassen (bijvoorbeeld van granen, van aardappels) dat vervolgens werd behandeld met behulp van houtskool of van koolstof;
6. dranken die gedistilleerde alcohol bevatten, in het algemeen likeuren genoemd, zoals anisette (bereid met anijszaad of steranijszaad), curaçao (bereid met schillen van bittere sinaasappelen), kummel (gearomatiseerd met karwijzaad of komijnzaad);
7. likeuren, ook wel crèmes genoemd in verband met hun stroperigheid en hun kleur. Zij hebben in het algemeen een betrekkelijk laag alcoholgehalte, maar zijn zeer zoet (crème de cacao, crème de banane, crème de vanille, crème de café, crème de cassis, enz.). Hiertoe behoren eveneens de zogenaamde emulsielikeuren, bestaande uit emulsies in alcohol van eieren (advocaat) of van room;
8. ratafias. Dit zijn likeuren die bereid zijn met vruchtensappen waaraan vaak een kleine hoeveelheid aromatische stoffen is toegevoegd (ratafia van kersen, zwarte bessen, frambozen, abrikozen, enz.);
9. aquavit en andere alcoholhoudende dranken verkregen door distillatie van alcohol met vruchten of met andere delen van planten of van kruiden;
10. alcoholhoudende dranken verkregen door het afstoken van appeldrank of van gegist appelmost (Calvados), van gegist most van pruimen (mirabelle, quetsch), van kersen (kirsch) of van andere vruchten;
11. arak, een gedistilleerde drank uit rijst of palmwijn;
12. alcoholhoudende dranken verkregen door het afstoken van een gegist beslag van sint-jansbrood;
13. alcoholhoudende aperitieven (absint, bitters, enz.), andere dan die bereid met wijn van verse druiven, die onder post 22.05 vallen;
14. limonades (niet geneeskrachtig) met alcohol;
15. vruchten- en groentesappen waaraan alcohol is toegevoegd, met een alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5% vol, andere dan de producten bedoeld bij post 22.04;
16. dranken die gedistilleerde alcohol bevatten en die soms ‘voedingssupplementen’ worden genoemd en bestemd zijn om het organisme gezond te houden. Zij kunnen bijvoorbeeld zijn samengesteld op basis van plantenextracten, vruchtenconcentraten, lecithine, chemische producten en toegevoegde vitaminen of ijzerverbindingen bevatten;
17. dranken met het uiterlijk van wijn en verkregen door het mengen van gedistilleerde dranken met vruchtensap en/of water, suiker, kleurstoffen, aromatische of andere bestanddelen, andere dan de producten bedoeld bij post 22.04;
18. gedistilleerde dranken verkregen door het distilleren van gegiste suikerbietmelasse.
Van deze post zijn uitgezonderd:
1. vermout en andere aperitieven die bereid zijn met wijn van verse druiven (post 22.05);
2. gedenatureerde ethylalcohol en gedenatureerde gedistilleerde dranken, ongeacht het alcoholvolumegehalte, alsmede niet-gedenatureerde ethylalcohol met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer (post 22.07).”
4.5. In Titel 1, onder a, van bijlage 1 van de Verordening EG nr. 2658/87 zijn de volgende algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur genoemd:
“Voor de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur gelden de volgende bepalingen.
1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en – voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen – de navolgende regels.
2. (...)
b Onder een in een post vermelde stof wordt niet alleen verstaan die stof in zuivere staat, doch ook vermengd of verbonden met andere stoffen. (...) De vorenbedoelde mengsels (...) worden ingedeeld met inachtneming van de onder 3 vermelde beginselen.
3. Indien goederen met toepassing van het bepaalde onder 2, sub b, of om enige andere reden vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:
a) de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel (...) is samengesteld (...), worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels (...), aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft;
b)mengsels (...), waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3, sub a, worden ingedeeld naar de stof (...) waaraan de mengsels (...) hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dit kan worden bepaald;
c) in de gevallen waarin de indeling aan de hand van het bepaalde onder a) en b) niet mogelijk is, wordt van de verschillende in aanmerking genomen posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.(...)”
4.6. De GS-toelichting op de indelingsregels vermeldt voor zover hier van belang het volgende:
“Regel 3 b
VI. Deze tweede methode van indeling heeft alleen betrekking op:
1. mengsels;
2. werken samengesteld uit of met verschillende stoffen;
3. werken vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen;
4. goederen opgemaakt in stellen of assortimenten voor de verkoop in het klein.
Zij wordt enkel toegepast als regel 3 a geen oplossing biedt.
VII. In al deze gevallen moet worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan de mengsels of de werken hun wezenlijke karakter ontlenen, voor zover dit criterium kan worden toegepast.
VIII. De factor die doorslaggevend is bij het bepalen van het wezenlijke karakter kan verschillen van de ene soort van goederen tot de andere. De goederen kunnen hun wezenlijke karakter ontlenen aan de stof waaruit zij bestaan, aan de artikelen waaruit zij zijn samengesteld, aan de omvang, de hoeveelheid, het gewicht en de waarde daarvan, of wel aan de belangrijkheid van de samenstellende stoffen ten opzichte van het gebruik dat van de goederen zal worden gemaakt.”
5. Beoordeling van het geschil
GN-codes
5.1. Ter beoordeling van het geschil is eerst de indeling in de GN-codes van belang. Volgens vaste rechtspraak moet hiervoor worden uitgegaan van de objectieve kenmerken en eigenschappen van de dranken, zoals deze in de bewoordingen van de posten van de GN en in de aantekeningen op de afdeling of het hoofdstuk zijn omschreven. De GN-toelichting en de GS-toelichting zijn vervolgens, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten.
Olifant Vodkarosé
5.2. Olifant Vodkarosé bestaat uit een mengsel van verschillende stoffen, te weten wijn, gedistilleerde alcohol, wodkadistillaat en water (zie hiervoor onder 2.2). De rechtbank overweegt vooraf dat de drank niet onder post 2204 kan vallen, nu de alcohol in de drank niet uitsluitend afkomstig is van druiven (zie het arrest van het Hof van Justitie EG, Skoma Lux, C-339/09). Tevens is door de toevoeging van de alcohol post 2205 naar het oordeel van de rechtbank niet aan de orde.
5.3. Volgens indelingsregel 2b wordt onder een in een post vermelde stof ook een mengsel van stoffen verstaan. Nu Olifant Vodkarosé zowel gegiste alcohol als gedistilleerde alcohol bevat is deze drank vatbaar voor indeling onder twee of meer posten, namelijk de posten 2206 en 2208. Op grond van indelingsregel 3a heeft dan de post met de meest specifieke omschrijving voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Geen van beide GN-posten geven echter voor deze drank een meest specifieke omschrijving.
5.4. De indelingsregel 3b bepaalt in dat geval dat de drank wordt ingedeeld naar de stof waaraan de drank haar wezenlijk karakter ontleent. Zoals in onderdeel 2.3. is opgenomen, heeft Olifant Vodkarosé een totaal alcoholpercentage van 20. De drank bestaat voor een groter gedeelte uit gedistilleerde alcohol (54%) dan uit gegiste alcohol (46%). Hoewel uit de GS-toelichting blijkt dat toevoeging van alcohol niet eraan in de weg staat dat de drank in de post 2206 blijft ingedeeld, is de rechtbank van oordeel dat de drank door de toevoeging van een dergelijke grote hoeveelheid gedistilleerde alcohol het karakter van een gegiste drank zoals is bedoeld in post 2206 heeft verloren. Naar het oordeel van de rechtbank dient aldus de drank Olifant Vodkarosé te worden ingedeeld in post 2208.
Paradise fruit, Ugami Tropical fruit en Kokorumba coconut drink
5.5. Deze dranken bestaan alle uit wijn, waaraan alcohol, suiker en verschillende essences zijn toegevoegd. Ook hiervoor geldt naar het oordeel van de rechtbank dat de dranken niet onder de posten 2204 en 2205 kunnen vallen (zie overweging 5.2). De dranken zijn in beginsel vatbaar voor indeling in de posten 2206 en 2208. Volgens indelingsregel 3a heeft dan de post met de meest specifieke omschrijving voorrang boven posten met een meer algemene strekking.
5.6. Anders dan de inspecteur is de rechtbank van oordeel dat geen van beide posten een meest specifieke omschrijving geeft voor de dranken. Op grond van indelingsregel 3b moeten de dranken in dat geval worden ingedeeld naar de stof waaraan de dranken hun wezenlijk karakter ontlenen.
5.7. De Hoge Raad heeft hierover in zijn arrest van 13 november 2009,
nummer 43 038bis, LJN: BK3086, het volgende overwogen:
“2.1.2. (…) bij de beoordeling van de tariefindeling van dit soort samengestelde dranken moet worden uitgegaan van de toepassing van de algemene indelingsregels 2b en 3, hetgeen met zich brengt dat moet worden nagegaan aan welke stoffen die producten hun wezenlijke karakter ontlenen. Daarbij dient voor elke soort drank afzonderlijk te worden vastgesteld of de gegiste (appel)drank door toevoeging van gedistilleerde alcohol, water, suikersiroop, aroma's, kleur- en smaakstoffen, de smaak, de geur en/of uiterlijk van een uit een bepaalde vrucht of uit een bepaald natuurproduct vervaardigde drank heeft verloren.(…)”
5.8. Het percentage gegiste alcohol in de dranken is hoger dan het percentage aan gedistilleerde alcohol. Naar het oordeel van de rechtbank zorgt enkel de toevoeging van de gedistilleerde alcohol er in dat geval niet voor dat het wezenlijke karakter van een gegiste drank, zoals is bedoeld in post 2206, is verloren.
5.9. Uit het proefrapport van het smaakpanel van belanghebbende blijkt dat de dranken herkenbaar op basis van wijn zijn samengesteld. Dit wordt ook niet door de inspecteur betwist. De rechtbank is echter van oordeel dat uit dit rapport ook blijkt dat de smaak, geur en het uiterlijk van de dranken niet meer overeenkomt met die van een gegiste drank. Zo is de kleur van Paradise fruit licht oranje met rode zweem en niet helder. De kleur van Ugami Tropical fruit is lichtbruin en de geur van Kokorumba Coconut is een zachte kokosgeur. De rechtbank concludeert dat door de toevoegingen van de suiker en de essences aan de dranken zoals onder 2.1 is opgenomen, het karakter van de gegiste drank verloren is gegaan. Naar het oordeel van de rechtbank moeten ook de dranken Paradise fruit, Ugami Tropical fruit en Kokorumba coconut drink in post 2208 worden ingedeeld.
Naheffingsaanslag accijns
5.10. Nu vaststaat dat de dranken moeten worden ingedeeld in GN-code 2208, is geen sprake meer van een tussenproduct zoals belanghebbende voorstaat. Naar het oordeel van de rechtbank behoren de dranken tot de overige alcoholhoudende dranken, zoals is omschreven in artikel 12, eerste lid, onderdeel a, van de WA. Het gelijk is in zoverre aan de inspecteur. Volgens artikel 13 van de WA bedraagt het tarief voor overige alcoholhoudende dranken per hectoliter per volumeprocent alcohol € 15,04. Uit de bijlage bij het controlerapport blijkt dat de inspecteur bij de berekening van de naheffing van dit tarief is uitgegaan. Voorts heeft hij het door belanghebbende aangegeven bedrag op de door hem berekende accijns in mindering gebracht. De naheffingsaanslag accijns is met betrekking tot de dranken in beginsel terecht en naar het juiste bedrag opgelegd.
Vertrouwensbeginsel
5.11. Belanghebbende heeft gesteld dat het vertrouwensbeginsel aan oplegging van de naheffingsaanslag in de weg staat. Belanghebbende heeft daarvoor verwezen naar het door de Belastingdienst gehanteerde beleid. De inspecteur heeft in het verweerschrift en ter zitting het beleid dat in 2007 van toepassing was uiteengezet. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit dit beleid niet eenduidig dat de dranken moesten worden ingedeeld in de post 2208. In het stroomschema, dat behoort tot de stukken van het geding, wordt immers gesteld dat als meer dan 50% van de aanwezige alcohol van gisting afkomstig is, ervan mag worden uitgegaan dat het karakter van een gegiste drank is blijven behouden. Dit heeft volgens het stroomschema indeling in de post 2206 tot gevolg. Zoals onder 2.2 is opgenomen, is het aandeel wijnalcohol in de drank Olifant Vodkarosé 46%, maar is dit aandeel in de dranken Paradise fruit, Ugami tropical fruit en Kokorumba coconut drink 54%. Gelet op het beleid van de Belastingdienst met bijbehorend stroomschema, zouden de dranken Paradise fruit, Ugami tropical fruit en Kokorumba coconut drink ingedeeld kunnen worden in de post 2206, zodat sprake is van tussenproducten.
5.12. De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat belanghebbende aan het beleid van de Belastingdienst het vertrouwen heeft kunnen ontlenen dat de dranken Paradise fruit, Ugami tropical fruit en Kokorumba coconut drink moesten worden aangemerkt als tussenproduct. Dat belanghebbende deze dranken feitelijk heeft ingedeeld in GN-code 2205 doet daar naar het oordeel van de rechtbank niet aan af, nu beide codes zien op tussenproducten en leiden tot eenzelfde bedrag aan verschuldigde accijns. Gelet op het vorenstaande, dient de naheffingsaanslag te worden verminderd met het gedeelte dat ziet op de dranken Paradise fruit, Ugami tropical fruit en Kokorumba coconut drink, te weten € 1.197 (€ 958 + € 166 + € 73). Aldus resteert een bedrag aan naheffing accijns van € 4.715 (€ 5.912 -/- € 1.197).
Verbod van willekeur
5.13. Belanghebbende heeft tevens gesteld dat sprake is van willekeur, nu bij de oorspronkelijke leveranciers niet tot naheffing is overgegaan. De inspecteur heeft deze stelling betwist. Naar het oordeel van de rechtbank heeft belanghebbende met deze enkele stelling niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van willekeur.
Heffingsrente
5.14. De inspecteur dient ingevolge artikel 30f, tweede lid van de AWR heffingsrente in rekening te brengen nu er sprake is van een naheffingsaanslag in de accijns vanwege de omstandigheid dat meer belasting is verschuldigd dan is aangegeven. Niet is gesteld of gebleken dat het bedrag van de heffingsrente in het onderhavige geval onjuist is berekend. Nu op grond van het in 5.12 overwogene het bedrag van de aanslag dient te worden verminderd met € 1.197, dient het bedrag aan heffingsrente dienovereenkomstig te worden verminderd.
Verzuimboete
5.15. De inspecteur heeft gelijktijdig met de aanslag op grond van artikel 67c AWR aan belanghebbende een verzuimboete opgelegd van € 591 (10%). De verzuimboete met betrekking tot de naheffing in de accijns van de dranken bedraagt € 517. Gelet op het onder 5.12 overwogene, dient het gedeelte van de verzuimboete dat ziet op de dranken Paradise fruit, Ugami tropical fruit en Kokorumba coconut drink komen te vervallen. Wat betreft de drank Olifant Vodkarosé is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een pleitbaar standpunt. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de van belang zijnde jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie en van de Hoge Raad van latere datum is dan de periode waarover is nageheven. Belanghebbende kon in dat geval redelijkerwijs menen dat de drank Olifant Vodkarosé kon worden aangemerkt als tussenproduct. Als gevolg van het vorenstaande dient de boete te worden verminderd met € 517 tot een bedrag van € 74.
5.16. Gelet op het vorenstaande dient het beroep gegrond te worden verklaard.
6. Proceskosten
De rechtbank vindt aanleiding de inspecteur te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 874 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 437 en een wegingsfactor 1).
7. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag in de accijns tot € 4.715;
- vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de boete tot € 74;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 874;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 298 aan deze vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan op 10 augustus 2012 door mr. W. Brouwer, voorzitter,
mr. C.A.F.M. Stassen en mr. W.A.P. van Roij, rechters, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. drs. I.E. Rijsdijk-van Eerd, griffier.
De griffier, De voorzitter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op: 24 augustus 2012
Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist (artikel 27h, vijfde lid en artikel 28, zevende lid AWR).
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.