ECLI:NL:RBBRE:2012:BY8460
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waardering onroerende zaak gelegen op begraafplaats in geschil
In deze zaak gaat het om de waardering van een onroerende zaak, gelegen op een begraafplaats, die in geschil is tussen de eigenaar (belanghebbende) en de heffingsambtenaar van de gemeente Breda. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 1.850.000 per waardepeildatum 1 januari 2010, op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De rechtbank heeft op 14 augustus 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van de belanghebbende ongegrond is verklaard.
De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de specifieke bestemming van de grond, die niet voor bebouwing is bestemd. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de grond vastgesteld op € 180 per m2, terwijl de laagste gronduitgifteprijs in de gemeente € 175 per m2 bedraagt. De rechtbank acht de verklaringen van de heffingsambtenaar geloofwaardig en concludeert dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. De verwijzing van de belanghebbende naar een openbare aanbesteding in 2012 wordt verworpen, omdat deze te ver van de waardepeildatum af ligt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijslast voor de waarde bij de heffingsambtenaar ligt en dat deze in zijn waardering de juiste methoden heeft toegepast. De rechtbank concludeert dat de waarde van de onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. drs. I.E. Rijsdijk-van Eerd, en is op 28 augustus 2012 aangetekend verzonden aan de partijen.