ECLI:NL:RBBRE:2012:BX4076
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bron van inkomen uit internetpostzegelhandel en navordering door de Belastingdienst
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 10 mei 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over de navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2006. De rechtbank oordeelde dat de internethandel in postzegels door de belanghebbende geen bron van inkomen vormde, omdat er in de jaren 2004, 2005 en 2006 objectief gezien geen redelijke winst te verwachten was. De belanghebbende had geen businessplan en er was geen actief beleid om klanten te werven. De omzet was in die jaren niet voldoende om de jaarlijkse exploitatiekosten te dekken, en de hoge inkoopkosten droegen bij aan het verlies. De rechtbank concludeerde dat het verlies uit de postzegelhandel terecht niet in aftrek was toegelaten.
De rechtbank behandelde ook de navorderingsaanslag die was opgelegd door de inspecteur, die stelde dat de bevindingen uit een boekenonderzoek een nieuw feit vormden dat navordering rechtvaardigde. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur geen reden had om de aangifte niet te volgen en dat de navorderingsaanslag moest worden verminderd. De rechtbank verlaagde het belastbaar inkomen uit werk en woning tot € 34.205, met een aftrek voor ziektekosten van € 7.524 vóór toepassing van de drempel.
De uitspraak bevatte ook informatie over de proceskosten en de mogelijkheid voor partijen om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De rechtbank heeft de inspecteur gelast het griffierecht van € 41 aan de belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, rechter, in tegenwoordigheid van mr. drs. I.E. Rijsdijk-van Eerd, griffier.