ECLI:NL:RBBRE:2012:BV9854
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Uitdeling van winst bij verhuur van pand aan vennootschap
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 23 februari 2012, staat de uitdeling van winst centraal in het kader van de inkomstenbelasting. De belanghebbende verhuurt een pand gedeeltelijk aan zijn vennootschap en gedeeltelijk aan derden. De vennootschap heeft alle service- en huisvestingskosten betaald, maar een deel hiervan is doorberekend aan de andere huurders. Van de totale kosten heeft de vennootschap ongeveer 50% niet doorberekend, wat door de rechtbank wordt aangemerkt als een uitdeling aan de belanghebbende.
De rechtbank oordeelt dat de inspecteur van de Belastingdienst terecht navorderingsaanslagen heeft opgelegd voor de jaren 2005 en 2006, waarbij de uitdeling van winst is vastgesteld op respectievelijk € 16.222 en € 28.738. De belanghebbende, die samen met zijn echtgenote alle aandelen in de vennootschap bezit, heeft niet kunnen aantonen dat de transacties zakelijk waren. De rechtbank concludeert dat er sprake is van een bewuste vermogensverschuiving van de vennootschap naar de belanghebbende, wat leidt tot de conclusie dat de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd.
De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond.