2.2.
Bij gelegenheid van de comparitie zijn door partijen nadere inlichtingen verstrekt over de gang van zaken bij de totstandkoming van de huurovereenkomst, de staat en het gebruik van de boot, het lot van de opvarenden en de boot na de aanvaring en de gestelde schade. Voor zover van belang is het volgende komen vast te staan, dan wel verklaard:
a) Het is [A] geweest, die telefonisch bij [X] de Anjo, dan wel een vissloep, heeft gereserveerd voor zaterdag 22 augustus 2009. Hij zelf verklaart, dat dat ongeveer een week tevoren is geweest en [X] verklaart, dat dat zou kunnen.
b) [A] verklaart, dat hij nooit eerder had gevaren, dus ook niet met een boot van [X]. Hij had het adres/telefoonnumer van een vriend, genaamd Willem. Die verklaring staat haaks op hetgeen hij volgens het proces-verbaal op 25 augustus 2009 heeft verklaard, namelijk dat hij in 2008 eerder met zo’n sloep is wezen varen, maar dat hij toen niet de verantwoordelijke was en ook haaks op wat [B] [A] had het plan verzonnen en gevraagd of ik ook mee wilde. [A] had het een paar keer eerder gedaan met andere vrienden”) en [D] (“Het was een initiatief van [A] (…) Niemand van ons heeft een vaarbewijs maar [A] heeft wel vaker gevaren geloof ik”) tegenover de politie verklaren. [X] zegt ter comparitie dat [A] hem heeft gezegd, dat hij een jaar eerder al bij [X] was geweest in verband met een vaartocht en dat varen (daarom) geen probleem was.
c) De huurprijs voor de Anjo bedroeg € 85,00 per dagdeel. Omdat er niet bij [X] gepind kon worden zijn [D] en [C], die onvoldoende contanten bij zich hadden, naar het dorp gegaan om daar te pinnen. Vast staat, dat alle 4 ruim € 20,00 hebben betaald aan [X]. Vast staat, dat [A] in een boekje, dat volgens [X] algemene voorwaarden bevatte en volgens [A] een kladje met daarop bedragen, zijn handtekening heeft geplaatst.
d) In de periode dat [D] en [C], die beiden, naar zij onweersproken verklaren, geen enkele vaarervaring hadden, afwezig waren om te pinnen, heeft [X] instructie gegeven aan [B] en [A]. [X] verklaart, dat hij goede tekst en uitleg heeft gegeven over zowel de boot als het vaargebied als de vaarregels, omdat hij dat altijd doet aan huurders, die nooit eerder of hooguit een enkele keer (zoals [A]) eerder zijn geweest. Die goede tekst en uitleg betroffen de bediening van de bedieningshendel (neutraal, vooruit en achteruit, zonder vergrendeling), de kaart van het gebied (visstekken en gevaarlijke plekken aangewezen, de vaarroute op de op een plank geplakte kaart aangegeven, varen in het gebied tussen groene en rode boeien aan weerszijden) en het hijsen van de ankerbol in geval van ankeren. [A] bevestigt, dat hem de kaart is uitgelegd, die aan boord was - die kaart was door inwerking van vocht wel minder leesbaar -, dat hem is gezegd dat hij tussen rood en groen moest blijven en dat het achter de boeien veilig was, en dat hem ook de werking van het anker is uitgelegd, maar hij weet niet meer, of er ook over de ankerbol is gesproken. Het onderwerp verzekering, in ieder geval verzekering tegen het risico van inkomensderving als gevolg van beschadiging van de boot, is, zo komt vast te staan, niet ter sprake gekomen.
e) [X] verklaart, dat de bedieningshendel en de motor in mei 2009 waren vernieuwd en dat de boot niets mankeerde. Er was nadien zo’n 30 á 40 keer mee gevaren. [A] en [B] (zij hebben de boot feitelijk in die volgorde gevaren, zo komt vast te staan) klagen over een los zittende kap van/onder de bedieningshendel, maar [B] verklaart ook, dat de hendel wel deed wat degene, die ‘m bediende, wilde. [A] vond de hendel wel moeilijk te hanteren. [B] en [A] verklaren, dat zij er van uitgingen, dat zij verzekerd waren tegen het risico van bedrijfsschade.
f) Als onweersproken staat vast, dat de Anjo na enige tijd varen, waarin door alle opvarenden of sommige ervan ook is gevist met de mee gehuurde hengels, is vastgelopen op een zandbank. De opvarenden slaagden er in de boot weer vlot te krijgen, zonder dat een of meer van hen daartoe van boord moesten. Een en ander wordt geweten aan een defecte dieptemeter.
g) Nadat de Anjo weer was vlot gekomen, hebben de opvarenden besloten niet langer te varen, maar voor anker te gaan. Volgens hun verklaring hebben zij dat gedaan buiten de vaargeul, dus terzijde van de boeien. Zij gingen er van uit, dat de bedieningshendel in de neutraal stand stond, en dat de motor dus niet voor voortstuwing zorgde. Het anker is, na het loskomen van de zandbank niet door [B] maar door [A] uitgegooid, zo verklaren zij.
h) Alle gedaagden verklaren, dat zij volkomen werden overvallen door de aanvaring, die naar onweersproken door [X] wordt gesteld, plaats vond op een plaats, ongeveer 10 km van de verhuurlocatie. Zij hebben niets gehoord of gezien van een naderende duwbak. Ten tijde van de aanvaring was geen van hen in de buurt van het bedieningspaneel. [D] zat wat afgezonderd te lezen, [B] en van Eck waren in of nabij de kajuit met elkaar aan het praten en [A] stond boven.
i) De Anjo is buiten aanwezigheid van partijen gelicht. Zij was volgens [X] zo zwaar beschadigd, dat herstel niet meer mogelijk was. [X] heeft besloten een privé boot om te bouwen voor de verhuur, maar het heeft alles bijeen een half jaar geduurd voordat deze boot, de Albatros, na een verbouwing en aanpassing verhuurklaar was.
j) Volgens [X] hield hij niet per boot een registratie bij van het aantal verhuringen. De huurprijzen van zijn boten variëren van € 85,00 t/m € 180,00 per dagdeel.
k) [X] zegt ter comparitie toe na te gaan of er proces-verbaal is opgemaakt van het lichten en, mogelijk, van een technisch onderzoek. In de sub 1 e bedoelde brief wordt gesteld, dat een dergelijk pv niet is opgemaakt, maar dat er wel foto’s beschikbaar zijn van de gelichte Anjo. Die worden overgelegd.