ECLI:NL:RBBRE:2011:BU8678
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekenverplichting of schenking in het kader van huwelijkse voorwaarden
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 23 november 2011, staat de vraag centraal of een betaling van € 10.000 door de echtgenoot aan belanghebbende moet worden aangemerkt als een schenking of als het voldoen aan een verrekenverplichting uit de huwelijkse voorwaarden. Belanghebbende is gehuwd onder uitsluiting van elke gemeenschap van goederen met een Amsterdams verrekenbeding, wat inhoudt dat overgespaard inkomen uit arbeid moet worden verdeeld. De echtgenoot heeft aandelen gekocht in de BV waarvoor hij werkt, gefinancierd met een lening die tijdens het huwelijk is afgelost. Bij de verkoop van de aandelen maakt hij een winst van € 20.000, waarvan hij de helft aan belanghebbende geeft. De inspecteur heft schenkingsrecht, maar de rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van vrijgevigheid of verarming/verrijking, aangezien de betaling voortvloeit uit de huwelijkse voorwaarden.
De rechtbank overweegt dat belanghebbende en haar echtgenoot uitvoering hebben gegeven aan het verrekenbeding zoals vastgelegd in hun huwelijkse voorwaarden. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en de aanslag, en veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende. De rechtbank stelt vast dat de betaling van € 10.000 niet als schenking kan worden aangemerkt, maar als een naleving van de verrekenverplichting. Dit is in overeenstemming met artikel 1:141 BW, dat bepaalt dat bij het einde van het huwelijk aan een bij huwelijkse voorwaarde overeengekomen periodieke verrekenplicht niet is voldaan, het aanwezige vermogen wordt vermoed te zijn gevormd uit hetgeen verrekend had moeten worden.
De rechtbank concludeert dat de uitleg van de huwelijkse voorwaarden door belanghebbende en haar echtgenoot binnen de grenzen der redelijkheid blijft. De inspecteur heeft niet kunnen aantonen dat de verdeling bij helfte onredelijk of onbillijk zou zijn. De rechtbank bevestigt dat de partijen, door de betaling van € 10.000, uitvoering geven aan hun huwelijkse voorwaarden en dat er geen sprake is van een schenking. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.