ECLI:NL:RBBRE:2011:BU4964
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag premie Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ)
In deze zaak heeft de rechtbank Breda op 4 oktober 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst/Zuid-West over de aanslag premie Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) voor het jaar 2002. De belanghebbende had een premie-inkomen aangegeven van € 8.732, maar de inspecteur berekende het premie-inkomen op € 39.261. De rechtbank oordeelde dat de bewijslast bij de belanghebbende lag om aan te tonen dat het door de inspecteur vastgestelde premie-inkomen te hoog was. De rechtbank concludeerde dat de belanghebbende niet voldoende onderbouwing had gegeven voor zijn stelling dat het premie-inkomen lager moest zijn dan door de inspecteur vastgesteld.
De rechtbank overwoog verder dat het inkomen uit eigen woning geen onderdeel uitmaakt van het premie-inkomen voor de WAZ en dat verliezen uit eerdere jaren niet verrekend kunnen worden met het premie-inkomen, in tegenstelling tot de Wet op de inkomstenbelasting 2001. De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat hij niet aannemelijk had gemaakt dat het premie-inkomen te hoog was vastgesteld. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en de belanghebbende en zijn echtgenote. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.