ECLI:NL:RBBRE:2011:BR5769
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van kosten voor juridische bijstand en taxatierapport in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 6 juli 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Werkendam over de vergoeding van kosten voor juridische bijstand en een taxatierapport. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de waardering van zijn onroerende zaak, die door de gemeente was vastgesteld op € 219.000 per 1 januari 2009. Na bezwaar werd de waarde verlaagd tot € 187.000. De belanghebbende verzocht om vergoeding van de kosten die hij had gemaakt voor juridische bijstand en taxatie, maar de verweerder weigerde deze vergoeding toe te kennen.
De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende recht had op vergoeding van de kosten van de rechtsbijstand, die door een derde beroepsmatig was verleend. De rechtbank stelde vast dat de gemaakte kosten redelijk waren en dat de 'no cure no pay'-overeenkomst niet in de weg stond aan de vergoeding. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor de taxatie ook voor vergoeding in aanmerking kwamen, waarbij het gehanteerde uurtarief van € 50 als redelijk werd beschouwd. Uiteindelijk werd de totale vergoeding vastgesteld op € 739,90, inclusief de kosten voor de juridische bijstand en het taxatierapport.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en veroordeelde de verweerder in de proceskosten van de belanghebbende. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De rechtbank benadrukte dat de kosten die in het kader van de bezwaarfase zijn gemaakt, vergoed dienen te worden indien het bestuursorgaan onrechtmatig heeft gehandeld, zoals in dit geval het geval was.