ECLI:NL:RBBRE:2011:BR3445
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke uitspraak inzake naheffingsaanslag omzetbelasting
Op 18 juli 2011 heeft de Rechtbank Breda uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De zaak betreft het bezwaar van belanghebbende, een B.V., tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de inspecteur van de belastingdienst. De naheffingsaanslag betrof het tijdvak van 1 januari 2005 tot en met 31 maart 2005. De rechtbank heeft op 5 juli 2011 een zitting gehouden, waar belanghebbende werd vertegenwoordigd door haar directeur, mr.drs. [directeur belanghebbende], en de inspecteur was vertegenwoordigd door [gemachtigden]. Tijdens de zitting zijn partijen het erover eens geworden dat de naheffingsaanslag moest vervallen, wat leidde tot de conclusie dat het beroep gegrond was. De rechtbank heeft vervolgens de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag vernietigd en gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 298 aan haar vergoedt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat er geen kosten zijn gesteld die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak is onherroepelijk indien er binnen de gestelde termijn geen rechtsmiddel is aangewend.