ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ7189
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Aanspraak op stamrechtvrijstelling en naheffingsaanslag loonbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 8 april 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen [belanghebbende] BV en de inspecteur van de Belastingdienst/Rijnmond over de naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen. De zaak betreft de vraag of de stamrechtvrijstelling van toepassing is op een bedrag dat door belanghebbende aan [mevrouw X] is toegekend. De inspecteur had op 10 juli 2009 een naheffingsaanslag opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2005, waarbij een bedrag van € 66.281 aan belasting werd gevorderd. Dit bedrag was gerelateerd aan een pensioenvoorziening van € 120.251 die aan [mevrouw X] was toegekend, vermeerderd met rente.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [mevrouw X] in 2004 een afdwingbaar recht heeft verkregen op de pensioenvoorziening, wat blijkt uit de overeenkomsten die zijn gesloten. De rechtbank oordeelt dat de stamrechtvrijstelling niet van toepassing is, omdat de aanspraak niet voortkomt uit gederfd of te derven loon, maar uit de nakoming van een eerder gedane toezegging. De rechtbank concludeert dat de inspecteur terecht de naheffingsaanslag heeft opgelegd en verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond.
De rechtbank wijst erop dat partijen binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep kunnen instellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is op 21 april 2011 aangetekend verzonden aan de betrokken partijen.