ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ6261
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
WOZ-waarde woning vastgesteld na verdeling nalatenschap met 34 erfgenamen
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 27 april 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de WOZ-waarde van een woning. De belanghebbenden, die de erfgenamen van de woning vertegenwoordigen, hebben bezwaar gemaakt tegen de waardebepaling door de heffingsambtenaar van de gemeente Breda. De heffingsambtenaar had de waarde van de woning vastgesteld op € 337.000, na een eerdere waardering van € 401.000. De belanghebbenden bepleiten een lagere waarde van € 266.000, gebaseerd op hun eigen verkoopcijfer van de woning, die in 2010 voor € 290.000 was verkocht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de waarde van de woning is bepaald volgens de vergelijkingsmethode, waarbij de verkoopprijzen van vergelijkbare objecten zijn gebruikt. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht heeft gegeven in de waardebepaling en dat de referentieobjecten goed vergelijkbaar zijn met de onderhavige woning. De rechtbank wijst erop dat de verkoop van de woning in het kader van een verdeling van een nalatenschap met 34 erfgenamen niet kan worden gezien als een verkoop onder de meest geschikte omstandigheden, wat de waarde beïnvloedt.
De rechtbank concludeert dat de door de heffingsambtenaar vastgestelde waarde van € 337.000 niet te hoog is en verklaart het beroep van de belanghebbenden ongegrond. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is aangetekend verzonden aan de partijen.