ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ0239
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.A.P. van Roij
- M.J. van Balkom
- Rechtspraak.nl
Ouderentoeslag en recht op overdracht bij inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 16 maart 2011, staat de vraag centraal of de belanghebbende recht heeft op de ouderentoeslag van haar echtgenoot. De belanghebbende, geboren in 1947, heeft aangifte gedaan voor de inkomstenbelasting over het jaar 2008, waarbij zij een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.994 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 6.340 heeft opgegeven. Haar echtgenoot, geboren in 1943, had een inkomen uit werk en woning van € 34.848. De inspecteur van de Belastingdienst had de ouderentoeslag van € 26.892, die de echtgenoot aan de belanghebbende wilde overdragen, niet in aanmerking genomen bij de aanslag inkomstenbelasting.
De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende zelf geen recht heeft op ouderentoeslag vanwege haar leeftijd, maar dat dit de overdracht van de ouderentoeslag door haar echtgenoot niet uitsluit. De rechtbank bevestigt dat de echtgenoot recht heeft op ouderentoeslag, maar dat deze nihil bedraagt vanwege zijn inkomen. De rechtbank concludeert dat de overdracht van ouderentoeslag niet leidt tot een verlaging van de rendementsgrondslag bij de belanghebbende, en dat de inspecteur de aanslag inkomstenbelasting correct heeft vastgesteld.
De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W.A.P. van Roij, rechter, en mr. M.J. van Balkom, griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 maart 2011. Afschrift van de uitspraak is op 29 maart 2011 aangetekend verzonden aan de partijen.