3.1 Tussen partijen staan in het kader van deze procedure de volgende feiten vast:
a. Rens Joosen is een onderneming die zich richt op de productie en verkoop van snoepgoed en aanverwante producten.
b. De Zwart is in januari 1973 met enkele familieleden een vennootschap onder firma aangegaan onder de naam Fa. W. Stuvé Nougatfabriek. Deze onderneming is in 1995 verkocht aan Rens Joosen en De Zwart is daarna in dienst getreden bij Rens Joosen. Medio 2000 heeft De Zwart de onderneming samen met anderen teruggekocht. In 2005 heeft De Zwart zijn aandeel in Rens Joosen wederom verkocht. De Zwart is in dienst gebleven van Rens Joosen.
c. De Zwart is bij Rens Joosen laatstelijk werkzaam geweest in functie van commercieel manager tegen een beloning van
€ 5.189,67 bruto per maand exclusief vakantietoeslag. In het kader van deze functie onderhield De Zwart contact met klanten en legde hij zelfstandig klantbezoeken af.
d. Met ingang van 18 augustus 2009 is De Zwart arbeidsongeschikt geraakt. Na een periode van volledige arbeidsongeschiktheid was De Zwart vanaf januari 2010 voor 50% hersteld en heeft hij zijn eigen werkzaamheden deels hervat.
e. Rens Joosen heeft kritiek geuit op het functioneren van De Zwart. Na een voorval betrekking hebbende op het al dan niet bezocht hebben van een klant, heeft De Zwart zich op 20 april 2010 weer volledig ziek gemeld.
f. Na begeleiding van een re-integratiecoach heeft de bedrijfsarts De Zwart met ingang van 13 juli 2010 volledig hersteld verklaard. Rens Joosen heeft De Zwart niet toegelaten tot zijn eigen werkzaamheden, maar De Zwart kantoorwerkzaamheden te Oosterhout laten verrichten. Het was De Zwart daarbij niet toegestaan om klanten te bezoeken, hetgeen Rens Joosen bij e-mail van 3 augustus 2010 aan De Zwart bevestigd heeft.
g. Eind augustus 2010 heeft De Zwart voorgesteld om een mediator in te schakelen. Rens Joosen heeft positief op dit voorstel gereageerd, maar heeft uiteindelijk geen mediator ingeschakeld. Bij brief van 24 september 2010 heeft de gemachtigde van De Zwart geïnformeerd naar de stand van zaken betreffende het opstarten van een mediationtraject.
h. Op 27 september 2010 heeft Rens Joosen De Zwart uitgenodigd voor een gesprek op kantoor. Tijdens dit gesprek is De Zwart medegedeeld dat hij op non-actief werd gesteld en is hem gevraagd zijn mobiele telefoon in te leveren. De Zwart heeft zulks geweigerd en is het kantoor uitgelopen. Volgens Rens Joosen heeft De Zwart de directeur, N. Wesselman, daarbij een duw gegeven.
i. Bij brief van 28 september 2010 heeft De Zwart geprotesteerd tegen de op non actief stelling en Rens Joosen gesommeerd hem tot zijn werk toe te laten. Vervolgens heeft Rens Joosen aan De Zwart te kennen gegeven dat hij vanwege het geven van de duw aan Wesselman op non-actief is gesteld.
j. Rens Joosen heeft op 22 november 2010 een verzoek ingediend bij het UWV Werkbedrijf tot het verlenen van toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst met De Zwart. De Zwart heeft verweer gevoerd.
k. Bij beslissing van 7 januari 2011 heeft het UWV Werkbedrijf de toestemming voor het opzeggen van de arbeidsverhouding met De Zwart verleend. Het UWV Werkbedrijf overweegt daartoe onder meer het volgende:
"Gezien wat is ingebracht door partijen is in onvoldoende mate komen vast te staan dat werknemer dusdanig disfunctioneert dat een voortzetting van het dienstverband niet meer tot de mogelijkheden behoort.
(…)
De ontslaggrond ‘verwijtbaar handelen’ is door u naar mijn mening niet aannemelijk gemaakt.
(…)
Tenslotte wordt binnen het onderhavig ontslagverzoek een beoordeling gevraagd op de basis van de ontslaggrond ‘verstoorde arbeidsrelatie’. Ten aanzien van deze grond ben ik wel van mening dat in de inmiddels ontstane situatie partijen niet meer met elkaar verder kunnen.
(…)
Ook werknemer geeft aan dat sprake is van een verstoorde relatie. Daarbij blijkt uit de overgelegde stukken dat deze zodanig ernstig is – werknemer staat bijvoorbeeld al geruime tijd op non-actief – dat hervatting van de arbeid niet zonder meer mogelijk is.
(…)
Ik ben dan ook van mening dat de relatie tussen u en werknemer zodanig ernstig en duurzaam is verstoord, dat herstel van de relatie – al dan niet via overplaatsing van werknemer binnen de onderneming – niet mogelijk is.”
l. Rens Joosen heeft het loon aan De Zwart gedurende de op non actiefstelling doorbetaald.