ECLI:NL:RBBRE:2010:BN9406
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de winstverwachting bij distributieactiviteiten van Herbalife
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen een onafhankelijke distributeur van Herbalife-producten en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende, die in maart 2004 begon met de verkoop van Herbalife-producten, had in de jaren 2005 tot en met 2008 een omzet behaald, maar de resultaten waren overwegend negatief. De inspecteur had de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2007 opgelegd, waarbij hij stelde dat de activiteiten van de belanghebbende geen bron van inkomen vormden, omdat er geen objectieve winstverwachting aanwezig was.
De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende niet kon aantonen dat zij een objectieve winstverwachting had. De inspecteur verklaarde ter zitting dat bij multilevel organisaties zoals Herbalife alleen degenen die hoog in de organisatie staan en veel sub-distributeurs hebben, in staat zijn om een positief resultaat te behalen. Aangezien de belanghebbende geen sub-distributeurs had en de resultaten in de jaren 2006 tot en met 2008 negatief waren, concludeerde de rechtbank dat er geen objectieve winstverwachting bestond.
De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en oordeelde dat de inspecteur terecht de zelfstandigenaftrek en andere belastingvoordelen had geweigerd. De rechtbank vond ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van het kunnen aantonen van een objectieve winstverwachting bij het voeren van een onderneming in het kader van de belastingwetgeving.