Hoofdstuk IVA. Tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen
Belastbaar feit
Artikel 16b
1. De belasting van personenauto's en motorrijwielen wordt onder de naam "tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen" geheven met betrekking tot niet-geregistreerde personenauto's, niet-geregistreerde motorrijwielen en niet-geregistreerde bestelauto's, die vanuit een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland feitelijk en anders dan duurzaam ter beschikking staan van een in Nederland wonende natuurlijke persoon of gevestigd lichaam.
2. In afwijking in zoverre van deze wet geldt voor de tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen het bepaalde in dit hoofdstuk.
3. Ingeval een niet-geregistreerde personenauto, een niet-geregistreerd motorrijwiel of een niet-geregistreerde bestelauto vanuit een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland feitelijk en anders dan duurzaam ter beschikking staat van een in Nederland wonende natuurlijke persoon of gevestigd lichaam, is de tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen verschuldigd ter zake van het gebruik met dat motorrijtuig in Nederland van de weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994.
4. Voor de toepassing van dit artikel staat een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto in ieder geval duurzaam ter beschikking van een in Nederland wonende natuurlijke persoon of gevestigd lichaam indien de periode van feitelijke terbeschikkingstelling aan de persoon of het lichaam meer bedraagt dan drie jaar.
5. Het bij een personenauto, motorrijwiel of bestelauto behorende bedrag aan verschuldigde tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen wordt berekend in evenredigheid met de tijdsduur dat het motorrijtuig in Nederland zal zijn.
6. Voor de toepassing van het vierde lid wordt de tijdsduur dat het motorrijtuig in Nederland zal zijn, uitgedrukt in een geheel aantal maanden. Een gedeelte van een maand wordt aangemerkt als een maand.
7. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van het vierde en zesde lid.
Wijze van heffing
Artikel 16c
1. Het tijdvak waarover de tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen moet worden voldaan is een maand.
2. In afwijking van artikel 10, tweede lid, en artikel 19, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen moet de tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen worden betaald vóór de aanvang van het gebruik van de weg.
Aangifte
Artikel 16d
Indien voor een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto de tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen langs elektronische weg wordt voldaan, geschiedt het doen van aangifte gelijktijdig daarmee door het vermelden langs elektronische weg van bij ministeriële regeling te bepalen gegevens met betrekking tot het motorrijtuig en het tijdvak waarover de tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen wordt voldaan.
Tarief
Artikel 16e
1. De tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen bedraagt over een tijdvak van een maand voor een personenauto of een bestelauto 0,57 percent van de netto catalogusprijs, dan wel, in geval van een personenauto of een bestelauto die wordt aangedreven door een motor met compressieontsteking 0,74 percent van de netto catalogusprijs.
2. De tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen bedraagt over een tijdvak van een maand voor een motorrijwiel 0,25 percent van de netto catalogusprijs.
Naheffing
Artikel 16f
1. Ingeval van constatering van het gebruik van de weg met een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto waarvoor de tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen die is verschuldigd ter zake van het in artikel 16b, derde lid, genoemde feit niet is betaald, kan de tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen worden nageheven van degene die het motorrijtuig feitelijk ter beschikking heeft.
2. De na te heffen belasting wordt berekend over een tijdsduur van twaalf maanden, waarbij als laatste dag geldt de dag die voorafgaat aan de dag waarop het gebruik van de weg wordt geconstateerd.
3. De na te heffen belasting wordt verminderd met de belasting die over de periode waarop de naheffingsaanslag betrekking heeft, voor het motorrijtuig is betaald.
4. Indien blijkt dat degene die het motorrijtuig feitelijk ter beschikking heeft, over een gedeelte van de tijdsduur van twaalf maanden het motorrijtuig feitelijk niet ter beschikking heeft gehad, wordt over dat gedeelte de belasting niet nageheven.
5. Voor de toepassing van dit artikel wordt een maand gesteld op dertig dagen.
Vrijstellingen
Artikel 16g
1. Voor een motorrijtuig dat gedurende ten hoogste een week feitelijk ter beschikking staat van een in Nederland wonende natuurlijke persoon of gevestigd lichaam, wordt vrijstelling van de tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen verleend, mits de natuurlijke persoon aan wie of het lichaam waaraan het motorrijtuig ter beschikking staat, vóór de aanvang van de vrij te stellen periode een beroep doet op de vrijstelling.
2. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld betreffende de wijze waarop een beroep op de vrijstelling moet worden gedaan en de gegevens die daarbij moeten worden verstrekt.
Artikel 16h
1. Voor een motorrijtuig waarvoor de belasting van personenauto's en motorrijwielen is betaald, wordt op verzoek vrijstelling van de tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen verleend.
2. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.
3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.
Niet toepasselijke regels
Artikel 16i
Op de tijdsevenredige belasting van personenauto's en motorrijwielen zijn de artikelen 9a, 9b, 9c, 10, 11, 12, 12a, 12b, 13, 15, 16, 16a en 17 van deze wet niet van toepassing.”