ECLI:NL:RBBRE:2009:BO5419
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- W. Brouwer
- G.H.C. Blommers
- R.W. Otto
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag vennootschapsbelasting 2003 door Belgische BVBA
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 24 juni 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Belgische BVBA, eiseres, en de inspecteur van de Belastingdienst/Limburg, verweerder. Het beroep van de BVBA was gericht tegen de uitspraak van de inspecteur van 15 januari 2008, waarin de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2003 werd gehandhaafd. De BVBA had bezwaar aangetekend tegen de aanslag, die was opgelegd met dagtekening 30 juni 2007, en die een belastbaar bedrag van nihil vaststelde, terwijl de BVBA zelf aangifte had gedaan naar een negatief belastbaar bedrag van € 14.370. De inspecteur had correcties aangebracht op de aangifte, onder andere voor kosten in verband met Belgische adviseurs en rentekosten van een rekening-courant.
Tijdens de zitting op 10 juni 2009 bevestigde de BVBA dat de correcties van de inspecteur niet werden bestreden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank oordeelde dat, nu het beroep ongegrond was verklaard, er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen op basis van artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht, dat alleen van toepassing is als het beroep gegrond is verklaard. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd op 8 juli 2009 aangetekend verzonden aan de partijen.