ECLI:NL:GHARN:2012:BW7830
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vennootschapsbelasting en verliesvaststelling door buitenlandse belastingplichtige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 30 mei 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende vennootschapsbelasting voor de jaren 2003, 2004 en 2005. De appellant, X BVBA te Q, België, was in geschil met de inspecteur van de Belastingdienst te P over de verliesvaststelling en navorderingsaanslagen. De Hoge Raad had eerder de zaken verwezen naar het Hof voor verdere behandeling. Tijdens de zitting op 24 mei 2012 bereikten partijen een compromis, waarbij werd erkend dat de belanghebbende in de onderhavige jaren in Nederland door middel van een vaste inrichting een materiële onderneming had gedreven, wat leidde tot buitenlandse belastingplicht. Dit compromis resulteerde in een herziening van de verliesvaststellingsbeschikking voor 2003 van € 8.425 naar € 14.370 en voor 2005 werd een verlies van € 83.309 vastgesteld. De navorderingsaanslag over 2004 werd berekend naar een belastbare winst van € 307.492, met aftrekken van bepaalde kosten, wat leidde tot een vermindering van de aanslag tot een belastbaar bedrag van € 153.716.
Het Hof vernietigde de uitspraken van de Rechtbank en verklaarde de beroepen gegrond. De proceskosten aan de zijde van de belanghebbende werden vastgesteld op € 3.881,25, en de Staat werd veroordeeld tot vergoeding van de door belanghebbende betaalde griffierechten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.