ECLI:NL:RBBRE:2009:BK8064
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Belanghebbende tegen de inspecteur van de Belastingdienst inzake navorderingsaanslag en boetebeschikking voor inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 2 december 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een coffeeshopeigenaar en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende, die een coffeeshop exploiteert in Maastricht, had bezwaar gemaakt tegen een navorderingsaanslag en een vergrijpboete die door de inspecteur waren opgelegd. De inspecteur stelde dat de belanghebbende te hoge inkoopprijzen hanteerde, waardoor het brutowinstpercentage te laag was en de aangegeven winst te laag zou zijn. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende had voldaan aan zijn administratieve verplichtingen en dat er geen sprake was van omkering van de bewijslast. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur niet had aangetoond dat de belanghebbende niet de vereiste aangifte had gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de navorderingsaanslag en de boetebeschikking, en veroordeelde de inspecteur in de proceskosten van de belanghebbende. De uitspraak benadrukt het belang van een goede administratie en de rol van de bewijslast in belastingzaken, vooral in situaties waarin de administratie niet op de gebruikelijke wijze kan worden gevoerd, zoals in het geval van de verkoop van softdrugs onder het gedoogbeleid.