ECLI:NL:RBBRE:2009:BK2494

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
6 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
556235 AZ VERZ 09-381
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en vergoeding bij veranderingen in omstandigheden

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 6 november 2009, is een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend door de Vereniging Christelijk Internaat voor Schipperskinderen 'De Merwede'. De verzoekende partij, vertegenwoordigd door mr. A.J.C. van Bemmel, heeft de kantonrechter gevraagd de arbeidsovereenkomst te ontbinden op basis van gewichtige redenen. De verwerende partij, Dirk Weppelman, vertegenwoordigd door mr. A. Dunsbergen, heeft zich verzet tegen dit verzoek.

Tijdens de mondelinge behandeling op 27 augustus 2009 zijn partijen tot de conclusie gekomen dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst onvermijdelijk was door veranderingen in de omstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen opzegverbod van toepassing was en dat de verwerende partij geen verwijt kon worden gemaakt voor deze veranderingen.

Op 5 november 2009 hebben partijen overeenstemming bereikt over de afwikkeling van het dienstverband en de hoogte van de vergoeding. De kantonrechter heeft vervolgens besloten dat de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2010 ontbonden wordt en dat de verzoekende partij een vergoeding van € 17.500,00 aan de verwerende partij moet betalen. Tevens is bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. C. Wallis, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Breda
zaak/rolnr.: 556235 AZ VERZ 09-381
beschikking d.d. 6 november 2009
inzake
de vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid VERENIGING CHRISTELIJK INTERNAAT VOOR SCHIPPERSKINDEREN "DE MERWEDE",
statutair en feitelijk gevestigd te 4251 BD Werkendam, Havenstraat 52,
verzoekende partij,
gemachtigde: voorheen mrs. J.W.C. van Kleef en A.J.M. van Meer te Boskoop, thans mr. A.J.C. van Bemmel, advocaat te Rotterdam,
tegen:
DIRK WEPPELMAN,
wonende te 3371 AL Hardinxveld-Giessendam, Peulenstraat 165,
verwerende partij,
gemachtigde: mr. A. Dunsbergen, advocaat te Gorinchem.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 27 juli 2009 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met 29 producties;
b. de brief d.d. 18 augustus 2009 van de zijde van mr. Dunsbergen;
c. de brief d.d. 19 augustus 2009 van de zijde van mr. van Meer;
d. het op 25 augustus 2009 ter griffie ontvangen verweerschrift met 11 producties;
e. de brief d.d. 26 augustus 2009 van de zijde van mr. van Meer met 8 producties;
f. de brief d.d. 26 augustus 2009 van de zijde van mr. Dunsbergen met 4 producties;
g. de brieven van de Oudercommissie d.d. 25 juli 2009 en 17 augustus 2009;
h. de aantekeningen van de griffier met betrekking tot de mondelinge behandeling ter zitting
van 27 augustus 2009, waaraan gehecht de pleitaantekeningen van mr. van Meer;
i. de brief d.d. 22 september 2009 van de zijde van mr. van Bemmel;
j. de brief d.d. 1 oktober 2009 van de zijde van mr. van Bemmel;
k.de brief d.d. 8 oktober 2009 van de zijde van mr. van Bemmel;
l. de brief d.d. 9 oktober van de zijde van mr. van Bemmel;
m. de brief d.d. 9 oktober 2009 van de zijde van mr. Dunsbergen;
n. de brief d.d. 28 oktober 2009 van de zijde van mr. Dunsbergen met bijbehorende stukken;
o. de brief d.d. 29 oktober 2009 van L. Sterkenburg
p. de brief d.d. 30 oktober 2009 van mr. van Bemmel met 8 producties;
q. de brief d.d. 2 november 2009 van mr. van Bemmel met 4 producties;
r. de aantekeningen van de griffier met betrekking tot de voortzetting van de mondelinge behandeling ter zitting van 3 november 2009;
s. de brief d.d. 5 november 2009 van mr. van Bemmel.
1.2 De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
2. Het verzoek en de beoordeling
2.1 De verzoekende partij heeft de kantonrechter gevraagd de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden op grond van gewichtige redenen. De verwerende partij heeft zich verzet tegen de inhoud van het verzoekschrift.
2.2 Partijen zijn het er bij gelegenheid van de mondelinge behandeling, na debat, over eens geworden dat aan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van veranderingen in de omstandigheden niet valt te ontkomen. De kantonrechter zal partijen daarin volgen en de arbeidsovereenkomst per nader te noemen datum ontbinden. Niet gebleken is dat het verzoek verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.
2.3 Partijen hebben benadrukt dat de verwerende partij van de veranderingen in de omstandigheden geen verwijt kan worden gemaakt.
2.4 Nadat ter zitting al was gebleken, dat over de hoofdlijnen van de afwikkeling van het dienstverband overeenstemming was bereikt, hebben partijen bij genoemde brief van 5 november 2009 laten weten, dat de overeenstemming thans volledig is. De verwerende partij heeft verklaard zich met de door verzoekende partij aangeboden vergoeding en de aangeboden tegemoetkoming in de advocaatskosten te kunnen verenigen. Nu geen feiten of omstandigheden zijn gesteld of gebleken die de kantonrechter tot een andere visie op de omvang van de vergoeding zouden moeten brengen, zal de kantonrechter overeenkomstig het standpunt van partijen beslissen.
2.5 Omdat partijen overeenstemming hebben bereikt over de omvang van de vergoeding is het niet nodig een termijn te stellen waarbinnen het verzoek kan worden ingetrokken.
2.6 De omstandigheden van het geval geven aanleiding om te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
3. De beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2010;
kent aan de verwerende partij ten laste van de verzoekende partij een vergoeding toe van
€ 17.500,= bruto, en veroordeelt de verzoekende partij om deze vergoeding binnen 30 dagen aan de verwerende partij te betalen op een door laatst genoemde aangegeven, mits fiscaal aanvaardbare, wijze;
verstaat, dat de verzoekende partij een aan haar gerichte factuur van mr. Dunsbergen terzake van kosten van door deze aan Weppelman verleende rechtsbijstand tot een bedrag van € 11.800,00 inclusief kantoorkosten en BTW zal voldoen;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. Wallis, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 november 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.