ECLI:NL:RBBRE:2009:BK0008
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.F.M.Q. Beukers-van Dooren
- M.S.J. Pijnenburg-Braspenning
- Rechtspraak.nl
Toepassing van verlaagd MRB-tarief voor schone auto’s en de eisen voor CO2-uitstoot
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 28 september 2009 uitspraak gedaan in een geschil over de motorrijtuigenbelasting (MRB) en de toepassing van een verlaagd tarief voor schone auto’s. De eiser, een particulier die in maart 2001 een Toyota Prius had aangeschaft, verzocht om toepassing van het verlaagde MRB-tarief op morele en ethische gronden. De auto had een CO2-uitstoot van 120 gram per kilometer, terwijl artikel 23b van de Wet MRB een verlaagd tarief biedt voor voertuigen met een uitstoot van maximaal 95 gram per kilometer. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet-ontvankelijk was in zijn bezwaar tegen de betalingen van de motorrijtuigenbelasting over verschillende perioden, omdat zijn bezwaarschrift buiten de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. De rechtbank concludeerde dat de wetgever met artikel 23b van de Wet MRB een strikte regeling had ingevoerd, bedoeld voor zeer zuinige auto’s, en dat de auto van de eiser niet aan deze eisen voldeed. De rechtbank verwierp het standpunt van de eiser dat de toepassing van de wet in zijn geval onredelijk was, en benadrukte dat de rechter volgens de wet moet rechtspreken zonder de innerlijke waarde of billijkheid van de wet te beoordelen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep konden instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.