ECLI:NL:RBBRE:2009:BH7586
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 24 februari 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen [belanghebbende] BV en de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft een beroep tegen een naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2005, opgelegd door de inspecteur op 30 mei 2008. De naheffingsaanslag bedraagt € 39.588 en is het resultaat van een boekenonderzoek dat in februari 2005 heeft plaatsgevonden. Dit onderzoek richtte zich op de aanvaardbaarheid van de aangiften loonbelasting over de jaren 2000 tot en met 2004.
Tijdens de zitting op 10 februari 2009 zijn zowel de belanghebbende als de inspecteur gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur twee naheffingsaanslagen heeft opgelegd, waarvan de eerste betrekking heeft op het tijdvak van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2004. De tweede naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 1 januari 2005 tot en met 30 november 2005. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen beide aanslagen en heeft geprobeerd tot een vaststellingsovereenkomst te komen met de inspecteur, maar deze overeenkomst is niet ondertekend.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de inspecteur terecht de naheffingsaanslag voor 2005 heeft opgelegd, omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de mondelinge vaststellingsovereenkomst ook betrekking had op deze aanslag. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. drs. I.E. van Eerd.