ECLI:NL:RBBRE:2009:BH4358
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Bakx
- J. de Graaf
- R. Ebben
- Rechtspraak.nl
Zedenzaak met fouten tijdens politieonderzoek en bewijsuitsluiting
In deze zedenzaak, behandeld door de Rechtbank Breda, werd op 2 maart 2009 uitspraak gedaan in de strafzaken met parketnummers 800338-08 en 811124-08. De rechtbank oordeelde dat er tijdens het politieonderzoek aanzienlijke fouten zijn gemaakt, vooral tijdens de verhoren van de minderjarige aangevers. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er fouten zijn gemaakt, er geen bewijs was dat de verbalisanten doelbewust onjuist hadden gehandeld. De verdediging had aangevoerd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard moest worden vanwege deze fouten, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging en dat er geen reden was voor schorsing van de vervolging. De rechtbank besloot echter tot bewijsuitsluiting van de bekentenissen van de verdachte, omdat deze als onbetrouwbaar werden beschouwd, en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangevers niet wettig en overtuigend bewezen konden worden, en dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de vervaardiging en verspreiding van kinderporno. De benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte van de feiten was vrijgesproken.