ECLI:NL:RBBRE:2008:BH1306
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.F.M.Q. Beukers-van Dooren
- I.E. van Eerd
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en verhuur van sportaccommodaties door gemeenten aan voetbalclubs
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 16 december 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een gemeente en de inspecteur van de Belastingdienst over de naheffingsaanslag omzetbelasting. De gemeente verhuurde een voetbalaccommodatie aan een voetbalclub en stelde dat deze verhuur onder het lage omzetbelastingtarief viel, omdat het ging om het gelegenheid geven tot sportbeoefening. De inspecteur had echter een naheffingsaanslag opgelegd van € 1.347 voor het jaar 2005, omdat hij van mening was dat de verhuur niet voldeed aan de voorwaarden voor het verlaagde tarief.
De rechtbank oordeelde dat de voorwaarden in de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden zo vergaand waren dat de gebruiker van de accommodatie niet als eigenaar kon beschikken over het gehuurde. Dit was in strijd met de definitie van verhuur volgens de Wet op de omzetbelasting. De rechtbank concludeerde dat er in dit geval sprake was van het gelegenheid geven tot sportbeoefening, wat onder het verlaagde tarief valt. De rechtbank verklaarde het beroep van de gemeente gegrond, vernietigde de naheffingsaanslag en stelde de inspecteur in de proceskosten van de gemeente.
De uitspraak benadrukt het belang van de voorwaarden in huurovereenkomsten en hoe deze de kwalificatie van de transactie kunnen beïnvloeden. De rechtbank heeft ook de kosten van de rechtsbijstand van de gemeente toegewezen, wat aangeeft dat de rechtbank de zaak als significant beschouwde. De uitspraak biedt belangrijke inzichten in de toepassing van de omzetbelasting op sportaccommodaties en de rol van gemeenten hierin.