ECLI:NL:RBBRE:2007:BB2242
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.A. den Hartog
- A.F.M.Q. Beukers-van Dooren
- W. Brouwer
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen naheffingsaanslag overdrachtsbelasting en vrijstelling toepassing
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 26 juli 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting. De belanghebbende, die een woonhuis van zijn moeder had gekocht, deed een beroep op de vrijstelling van overdrachtsbelasting zoals opgenomen in artikel 15, eerste lid, onderdeel i, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970 (WBR). De rechtbank oordeelde dat de vrijstelling alleen van toepassing is wanneer de aanbrenger van de zaak, in dit geval de woning, op het moment van aanbrengen geen eigenaar was van de onderliggende grond. Aangezien de woning was gebouwd op grond die eigendom was van de ouders van de belanghebbende, was de vrijstelling niet van toepassing. De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor de vrijstelling. De inspecteur had eerder een naheffingsaanslag opgelegd, die de rechtbank bevestigde. De zitting vond plaats op 12 juli 2007, waar de gemachtigde van de belanghebbende en de inspecteur aanwezig waren. De rechtbank concludeerde dat de vrijstelling niet van toepassing was, omdat de ouders van de belanghebbende al eigenaar waren van de grond ten tijde van de bouw van de woning. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en verklaarde het beroep ongegrond.