ECLI:NL:RBBRE:2007:BB0314
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzuimboete opgelegd aan belanghebbende wegens niet-aangegeven omzetbelasting bij levering bouwperceel
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 8 juni 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over een opgelegde verzuimboete. De zaak betreft de niet-aangegeven omzetbelasting van € 45.975,60 die verschuldigd was ter zake van de levering van een bouwperceel. De inspecteur had een verzuimboete van € 4.537 opgelegd, welke door de rechtbank werd getoetst. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende, hoewel zij wist dat omzetbelasting moest worden voldaan, geen stappen had ondernomen om aan deze verplichting te voldoen. Dit leidde tot de conclusie dat er geen sprake was van afwezigheid van alle schuld (AVAS) en dat de verzuimboete terecht was opgelegd.
Echter, de rechtbank vond de opgelegde boete onevenredig hoog in het licht van de omstandigheden. De belanghebbende had namelijk de indruk dat een aanslag zou volgen en was onwetend van haar verplichtingen met betrekking tot deze transactie, die buiten haar normale bedrijfsuitoefening viel. Daarom besloot de rechtbank de verzuimboete te verminderen tot € 2.500.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar van de inspecteur en gelastte dat de Staat het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 281 vergoedde. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.