ECLI:NL:RBBRE:2007:AZ9150
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Keuze voor dotatie aan de oudedagsreserve na navorderingsaanslag inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 1 februari 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over de mogelijkheid om te doteren aan de oudedagsreserve na het opleggen van een navorderingsaanslag. De belanghebbende had een navorderingsaanslag ontvangen voor het jaar 2002, waarbij het belastbaar inkomen uit werk en woning was vastgesteld op € 74.014. De belanghebbende stelde dat hij, ondanks dat hij niet eerder had gekozen voor dotatie aan de oudedagsreserve, dit alsnog kon doen nadat de navorderingsaanslag was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de tekst van artikel 3.67 van de Wet IB 2001 dit inderdaad mogelijk maakt, in tegenstelling tot de eerdere wetgeving die een keuze bij de aangifte vereiste. De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar van de inspecteur en verlaagde de navorderingsaanslag tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 68.140. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende en moest de Staat het griffierecht vergoeden. De rechtbank concludeerde dat de belanghebbende voldeed aan de voorwaarden voor toevoeging aan de oudedagsreserve, en dat de eerdere keuze om niet te doteren geen onherroepelijke gevolgen had voor de navorderingsaanslag.