4.2. Namens de Inspecteur
Verzoeker is sinds 1993 als bestuurder in dienst bij [bedrijfsnaam A]. Door [bedrijfsnaam A] werd loonbelasting ingehouden op zijn salaris. Verzoeker heeft van [bedrijfsnaam A] optierechten gekregen, waarvoor hij optiepremies aan [bedrijfsnaam A] verschuldigd was. De optiepremies waren gelijk aan de waarde van de opties voor de loonbelasting. Die lening werd bij [bedrijfsnaam A] niet als zodanig geboekt. Dat gebeurde pas als de opties daadwerkelijk werden uitgeoefend. In alle leningovereenkomsten was opgenomen dat de lening werd kwijtgescholden als de opties niet werden uitgeoefend. Die kwijtscheldingen zijn belastbaar loon. Doordat de kwijtschelding van de leningen in de leningovereenkomsten was vastgelegd, had de Raad van Commissarissen van [bedrijfsnaam A] daar niets meer mee van doen.
Over de jaren tot 2000 zijn de leningovereenkomsten gevonden en door verzoeker in de beroepsprocedure over de boete ook overgelegd. Van de jaren 2000 en 2001 zijn geen stukken gevonden. Verzoeker was zelf bestuurslid van de stichting. Wel staat vast dat er ook in die jaren opties zijn verstrekt, dat blijkt ook uit de jaarstukken.
Uit het hoorverslag blijkt, dat namens verzoeker inhoudelijk op de artikelen uit de leningovereenkomsten wordt gereageerd; dan moeten de overeenkomsten dus ook zijn gezien. Het integrale dossier dat ten grondslag ligt aan de aanslag en de boete is aan verzoeker verstrekt. De Inspecteur heeft nog enkele stukken van de curator gekregen die niet aan het dossier zijn toegevoegd omdat zij betrekking hebben op de loonbelasting en niet ten grondslag liggen aan de aanslag of boete. Overigens zullen die stukken nog wel aan de gemachtigde worden toegezonden. De interne gang van zaken is dat stukken van de Belastingdienst aan de heer [D] gezonden worden en dat de heer [D] de stukken doorstuurt aan de heer [E]. De stukken waar de heer [E] het in het hoorverslag over heeft, moeten derhalve in het bezit zijn van de heer [D].
Uit het automatiseringssysteem van de belastingdienst blijkt dat de aangifte is uitgereikt. Waarom de aangifte [naam voormalig gemachtigde], de voormalige gemachtigde van verzoeker, niet bereikt heeft, is niet bekend. Misschien heeft verzoeker de aangifte niet doorgezonden.
Het onderzoek dat thans plaatsvindt bij de curatoren van [bedrijfsnaam A] betreft de loonbelasting. Dat onderzoek heeft geen betrekking op verzoeker. Indien er stukken naar voren komen die hem raken, dan worden die gekopieerd en meegenomen. Vervolgens krijgt verzoeker dan ook een afschrift van die stukken.
Er zijn nog geen uitspraken op het bezwaar gedaan omdat de belastingdienst probeert er middels een dialoog uit te komen. Niet in geschil is dat de aanslag en dus ook de boete te hoog is omdat geen rekening is gehouden met toepassing van de 30%-regeling. Het is niet gebruikelijk om in de bezwaarfase een aanslag ambtshalve te verminderen.
Er is weliswaar executoriaal beslag gelegd, maar er worden gelet op de Leidraad invordering, nog geen invorderingsmaatregelen getroffen. Dat is diverse malen aan verzoeker bevestigd. Dit beslag is gelegd opdat de Ontvanger direct kan gaan invorderen zodra de aanslag onherroepelijk vaststaat. Het beslag is gelegd omdat de vrees bestaat dat er geen verhaalsmogelijkheden zijn. Het woonhuis van verzoeker is al voor 50% verkocht. Verzoeker heeft buiten Nederland en België nog elders vermogen. Zo bezit hij onder andere onroerende zaken in het buitenland en een bankrekening in Luxemburg. Tevens bezit hij alle aandelen in de vennootschap [bedrijfsnaam D].
Door de Ontvanger is al herhaaldelijk toegezegd dat er niet ingevorderd wordt tot het moment dat de aanslag onherroepelijk vaststaat. De Ontvanger heeft dit schriftelijk toegezegd en bovendien is het opgenomen in de Leidraad invordering.
In het arbeidscontract van verzoeker stond vermeld hoeveel opties aan hem toegekend zouden worden, maar daar werd niet de hand aan gehouden. Over het jaar 2000 en 2001 zou de Inspecteur graag meer helderheid hebben, maar soms zijn de feiten niet boven water te krijgen.
De aanslag is met de motivering van de boete in één enveloppe aangetekend verzonden aan verzoeker. Tevens is eenzelfde enveloppe betekend bij de rechtbank. Volgens de Inspecteur is de boete aldus tijdig gemotiveerd.
Het boekenonderzoek over de loonbelasting is niet afgerond met een rapport. Bij de naheffing loonbelasting zijn de bevindingen van het onderzoek in de motivering vermeld. De rapportage is een intern stuk, waarvan op grond van de WOB een afschrift verstrekt moet kunnen worden, maar een rapport is niet opgemaakt. De gehele rapportage over het boekenonderzoek, dat onder andere ook de dividendbelasting betreft, zouden graag aan de verzoeker worden geven, maar dit is niet mogelijk in verband met privacyoverwegingen van andere werknemers van [bedrijfsnaam A]. Alle stukken die van belang zijn voor verzoeker zijn geanonimiseerd en aan hem verstrekt.
Op dit moment ligt er nog een setje stukken klaar wat naar de verzoeker verzonden moet worden. Deze stukken hebben niet ten grondslag gelegen aan de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Niet valt in te zien dat deze stukken van belang zijn voor de verzetprocedure.
De Inspecteur meent dat geen sprake is van spoedeisendheid nu reeds is toegezegd dat niet wordt ingevorderd zolang de aanslag niet definitief vaststaat.