ECLI:NL:RBASS:2007:BF9326

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
20 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 07/240
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Legesheffing bij verzoek toezending stukken

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 20 juni 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de legesheffing bij een verzoek om toezending van stukken. Eiseres had op 10 juli 2006 een aanslag leges ontvangen van de gemeente Hoogeveen, welke aanslag op 19 september 2006 werd gehandhaafd na een uitspraak op bezwaar. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij stelde dat het onfatsoenlijk was om leges te heffen zonder vooraf te wijzen op de kosten van de toezending van de stukken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de leges terecht zijn geheven op basis van de Legesverordening 2006 van de gemeente Hoogeveen. De rechtbank oordeelde dat eiseres recht had op inzage in de stukken, maar dat de kosten voor het verkrijgen van kopieën in rekening konden worden gebracht. De rechtbank heeft de stelling van eiseres dat de provincie Groningen geen leges in rekening brengt, verworpen, evenals haar argument dat verweerder onfatsoenlijk heeft gehandeld. De rechtbank concludeerde dat de aanslag leges correct was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. Eiseres kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector bestuursrecht, belastingkamer
Procedurenummer: AWB 07/240
Uitspraakdatum: 20 juni 2007
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Hoogeveen, verweerder.
Procesverloop
1.1 Verweerder heeft ten name van eiseres met dagtekening 10 juli 2006 een aanslag leges opgelegd.
1.2 Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 19 september 2006 de aanslag leges gehandhaafd.
1.3 Eiseres heeft daartegen bij brief per telefax van 24 oktober 2006 bij de rechtbank pro forma beroep ingesteld. Dit beroep is aangevuld bij brief per telefax van 22 november 2006.
1.4 Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
1.5 Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 juni 2007 te Assen.
Eiseres en haar gemachtigde mr. [gemachtigde eiseres], verbonden aan [advocatenkantoor], zijn met kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. Namens verweerder zijn verschenen
[gemachtigde verweerder A], [gemachtigdechtigde verweerder B] en [gemachtigde verweerder C].
Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding stelt de rechtbank als tussen partijen niet in geschil, de volgende feiten vast:
2.1 De voormalige gemachtigde van eiseres, de heer mr. [gemachtigde] van [advocatenkantoor], heeft bij brief van 19 juni 2006 het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen verzocht om kosteloze toezending van stukken die ten grondslag liggen aan de beslissing van verweerder van 31 mei 2006.
2.2 Op 6 juli 2006 zijn de gevraagde stukken aan de voormalige gemachtigde van eiseres toegezonden. Vervolgens is ten name van eiseres, de onderhavige aanslag leges, ten bedrage van € 23,75, opgelegd.
2.3 Tegen deze aanslag leges is door de huidige gemachtigde van eiseres bezwaar aangetekend.
Geschil
3.1 In geschil is of de leges terecht zijn geheven.
3.2 Eiseres stelt zich op het standpunt dat nu zij heeft verzocht om kosteloze toezending van stukken, het onfatsoenlijk is om stukken toe te sturen en tegelijkertijd leges te heffen zonder daarop vooraf te wijzen. Als tevoren gewezen was op de heffing van leges, alvorens de stukken toe te sturen, dan had er een keuze kunnen worden gemaakt om het vorenvermelde verzoek al of niet te handhaven. Die keuze is nu niet mogelijk. Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de aanslag leges.
3.3 Verweerder stelt zich daartegenover op het standpunt dat de leges kunnen worden geheven krachtens de Legesverordening 2006 van de gemeente Hoogeveen. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
3.4 Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.
Beoordeling van het geschil
4.1 Ingevolge artikel 2 van de Legesverordening 2006 van de gemeente Hoogeveen worden onder de naam leges rechten geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en in de daarbij behorende tarieventabel. In de tarieventabel staat onder “Kostenplaats 205: Interne zaken”, onder “Leges algemeen” dat het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van kopieën een bedrag is verschuldigd van € 0,25 per pagina.
4.2 Blijkens de onder 2.1 genoemde brief heeft eiseres haar gemachtigde de bedoelde stukken opgevraagd in het kader van een bezwaarprocedure, een en ander naar aanleiding van een bestreden besluit van verweerder.
4.3 In de bezwaarfase heeft eiseres op grond van artikel 7:4, tweede lid, Awb een inzagerecht; ingevolge het vierde lid van voormelde bepaling kunnen tegen vergoeding van ten hoogste de kosten afschiften van de ter inzage gelegde stukken worden verkregen. Voorts vloeit voort uit het arrest van de Hoge Raad van 20 september 2000, nr. 34.604, BNB 2000/395 dat de kosten door middel van leges in rekening kunnen worden gebracht.
4.4 De rechtbank is gelet op het vorenoverwogene van oordeel dat de aanslag leges terecht en voor het juiste bedrag is opgelegd. Eiseres haar stelling dat de provincie Groningen bij soortgelijke aanvragen geen leges in rekening brengt, doet daaraan niet af. Ook eiseres haar stelling dat verweerder onfatsoenlijk heeft gehandeld, faalt, nu de rechtbank de verklaring van verweerder ter zitting geloofwaardig acht dat het kantoor van de gemachtigde al in een eerdere procedure is gewezen op het kosteloze inzagerecht en dat tegen vergoeding van de kosten afschiften van de ter inzage gelegde stukken kunnen worden verkregen.
Proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 20 juni 2007 door mr. C.H. de Groot, rechter, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. K. van der Leij, griffier.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum:
- hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.