ECLI:NL:RBASS:2007:BA7931
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.S. van der Kolk
- E. Läkamp
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek in strafzaak tegen verzoeker wegens vermeende vooringenomenheid rechter
In deze zaak heeft verzoeker op 1 juni 2007 een wrakingsverzoek ingediend tegen de voorzitter van de meervoudige kamer die zijn strafzaak behandelt. Verzoeker stelt dat de voorzitter betrokken is geweest bij een eerdere strafzaak tegen hem en daardoor niet onbevooroordeeld kan oordelen. Tijdens de zitting van de wrakingskamer heeft de raadsman van verzoeker betoogd dat de voorzitter de schijn van vooringenomenheid heeft gewekt door eerdere beslissingen in de zaak van verzoeker. De voorzitter heeft echter aangegeven niet in te stemmen met de wraking en heeft geen behoefte om in deze procedure te worden gehoord.
De Officier van Justitie heeft tijdens de zitting verklaard dat het een unieke zaak betreft en dat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de voorzitter. De wrakingskamer heeft vervolgens de feiten en omstandigheden die door verzoeker zijn aangevoerd beoordeeld. Volgens de rechtbank moet worden aangenomen dat een rechter onpartijdig is, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeert dat de door verzoeker aangevoerde feiten niet voldoende zijn om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig is.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure in de hoofdzaak wordt voortgezet. De beslissing is openbaar uitgesproken op 1 juni 2007.