ECLI:NL:RBASS:2000:AA8432
Rechtbank Assen
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaren tegen kapvergunning voor bomenkap
In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank Assen op 27 september 2000 uitspraak gedaan in een geschil tussen verzoekster, een vereniging gevestigd te Mantinge, en het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Midden-Drenthe. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 15 juni 2000, waarbij vergunning was verleend voor het kappen van 1 linde en 22 eiken aan de Orvelterstraat te Westerbork. De gemeente had verzoeksters bezwaren tegen dit besluit niet-ontvankelijk verklaard, wat leidde tot beroep bij de rechtbank.
De president van de rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank oordeelde dat verzoekster ten onrechte niet als belanghebbende was aangemerkt in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De president stelde vast dat verzoekster, gezien haar statuten, wel degelijk een belang had bij de bescherming van de natuur en het milieu, en dat zij recht had om bezwaar te maken tegen de kapvergunning.
De president heeft echter geen aanleiding gezien om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de kapvergunning niet gebruikt mag worden na de vernietiging van het besluit op bezwaar. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder opnieuw moet beslissen op de bezwaren van verzoekster, waarbij de Commissie van advies voor de bezwaar- en beroepschriften opnieuw zal worden geraadpleegd. De uitspraak is gedaan door mr. J.S. van der Kolk, fungerend president, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. W.P. Claus, griffier.