ECLI:NL:RBARN:2012:BY8415

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
19 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
233606
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekverlening wegens niet-betaling griffierecht in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door eisers tegen gedaagden, heeft de Rechtbank Arnhem op 19 december 2012 vonnis gewezen in zaaknummer 233606. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.B. Bouter, hebben hun vorderingen ingesteld tegen de besloten vennootschap G.S.M. A.G. B.V. en Florian Ludwig Gleich, die zich niet hebben gehouden aan de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden, ondanks herhaalde verzoeken, het verschuldigde griffierecht niet hebben voldaan. De termijn voor betaling liep af op 24 oktober 2012, maar de advocaat van de gedaagden, mr. M.A.M.J. Stücken, heeft in een brief van 27 november 2012 bevestigd dat het griffierecht niet is betaald. Hierdoor heeft de rechtbank, op basis van artikel 128 lid 6 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) juncto artikel 139 Rv, verstek verleend tegen de gedaagden.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn gesteld die een beroep op de hardheidsclausule rechtvaardigen. De vordering van de eisers is toegewezen, waarbij de rechtbank heeft geoordeeld dat de primaire vordering niet onrechtmatig of ongegrond is. Tevens heeft de rechtbank de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 133.497,-- aan eisers, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.421,-- voor salaris van de advocaat en € 1.526,64 voor verschotten, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door mr. R.J.B. Boonekamp.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 233606 / HA ZA 12-632
Vonnis van 19 december 2012
in de zaak van
[eisers]
eisers,
advocaat mr. A.B. Bouter te Houten,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
G.S.M. A.G. B.V.,
statutair gevestigd te Arnhem, kantoorhoudende te Breda,
2. FLORIAN LUDWIG GLEICH,
wonende te Hahnbach, Duitsland,
gedaagden,
advocaat mr. M.A.M.J. Stücken te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] c.s. en GSM c.s. genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding.
Daarna is vonnis bepaald.
De motivering van de beslissing
1. [eiser] c.s. hebben bij dagvaarding de onderhavige vorderingen tegen GSM c.s. ingesteld. Mr. Stücken heeft zich op de rolzitting van 26 september 2012 als advocaat voor GSM c.s. gesteld. Ingevolge art. 3 lid 3 Wet griffierechten burgerlijke zaken diende GSM c.s. te zorgen dat het door hen verschuldigde griffierecht binnen vier weken nadien zou zijn bijgeschreven op de bankrekening van de rechtbank. Die termijn liep af op 24 oktober 2012.
2. Bij brief van 27 november 2012 heeft mr. Stücken geschreven dat het griffierecht niet is betaald.
3. Nu mr. Stücken niet tot betaling van het griffierecht is overgegaan en geen feiten of omstandigheden zijn gesteld die een beroep op de hardheidsclausule zouden kunnen rechtvaardigen, moet ingevolge het bepaalde in artikel 128 lid 6 Rv juncto artikel 139 Rv verstek tegen GSM c.s. worden verleend.
4. De Nederlandse rechter heeft in het onderhavige geval met internationale aspecten rechtsmacht op grond van artikel 2 juncto artikel 6 van de Europese Verordening 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.
5. De primaire vordering komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor. Deze zal daarom worden toegewezen.
6. Het door [eiser] c.s. verzochte certificaat als bedoeld in artikel 54 van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke zaken, zal worden afgegeven.
7. Als de in het ongelijk gestelde partij zullen GSM c.s. in de kosten van de procedure worden veroordeeld.
De beslissing
De rechtbank
veroordeelt GSM c.s. hoofdelijk, met dien verstande dat indien en voor zover de een betaalt, ook de ander daardoor zal zijn bevrijd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] c.s. te betalen een bedrag van € 133.497,-- (zegge: honderddrieëndertigduizend vierhonderd zevenennegentig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover zoals primair in de dagvaarding onder a t/m n is gevorderd,
veroordeelt GSM c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] c.s. tot op heden begroot op € 1.421,-- voor salaris van de advocaat en op € 1.526,64 wegens verschotten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over deze bedragen met ingang van veertien dagen na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
veroordeelt GSM c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 19 december 2012.
Coll. : ED