ECLI:NL:RBARN:2012:BY1485
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep op hardheidsclausule faalt bij te late betaling griffierecht
In deze civiele procedure heeft eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd te Avenhoorn, een vordering ingesteld tegen gedaagde, Berkenrode International B.V., gevestigd te Andelst. De zaak is gestart met een dagvaarding op 10 juli 2012, waarbij eiseres werd aangesproken op het tijdig betalen van het griffierecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres het griffierecht niet tijdig heeft voldaan, met als uiterste datum 15 augustus 2012. Eiseres heeft een beroep gedaan op de hardheidsclausule, zoals opgenomen in artikel 127a, lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), om de gevolgen van de te late betaling te verzachten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat de advocaat van eiseres, mr. P.M. Meijer, op de hoogte was van de verplichting tot tijdige betaling van het griffierecht en dat de omstandigheden die zij aanvoerde niet voldoende waren om de termijnoverschrijding verschoonbaar te verklaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verwarringwekkende informatie is verstrekt door de gerechtelijke administratie en dat de verantwoordelijkheid voor tijdige betaling bij de advocaat ligt. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de advocaat geacht wordt op de hoogte te zijn van de relevante termijnen en de gevolgen van overschrijding daarvan.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep op de hardheidsclausule faalt. Berkenrode is van deze instantie ontslagen, en eiseres is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 447,-- voor het salaris van de advocaat en € 1.789,-- voor het griffierecht. Dit vonnis is uitgesproken op 3 oktober 2012 door mr. R.J.B. Boonekamp.