ECLI:NL:RBARN:2012:BX7028
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie wegens niet tijdige betaling griffierecht en afwijzing beroep op hardheidsclausule
In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Exology Holding B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. De procedure begon met een dagvaarding op 22 februari 2012, waarna de zaak op 6 juni 2012 voor het eerst ter terechtzitting werd uitgeroepen. Exology was verplicht om het griffierecht binnen vier weken na deze uitroeping te betalen, met een deadline die op 4 juli 2012 viel. Echter, Exology heeft deze betaling niet tijdig verricht.
De advocaat van Exology, mr. W.G.A. van Hoogstraten, heeft erkend dat de betaling te laat is gedaan en heeft een beroep gedaan op de hardheidsclausule van artikel 127a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Hij stelde dat de betaling pas verschuldigd was na het aanbrengen van een herstelexploot en dat het niet toepassen van artikel 127a lid 2 Rv zou leiden tot onbillijkheid, aangezien de gedaagde niet in de procedure was verschenen en geen bekende woon- of verblijfplaats had.
De rechtbank oordeelde echter dat de omstandigheden die door de advocaat zijn aangevoerd, niet voldoende waren om het bepaalde in artikel 127a lid 2 Rv buiten toepassing te laten. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de advocaat is om tijdig te zorgen voor de betaling van griffierechten en dat hij geacht wordt op de hoogte te zijn van de relevante termijnen en de gevolgen van het niet naleven daarvan.
Aangezien Exology niet tijdig het griffierecht heeft betaald en het beroep op de hardheidsclausule is afgewezen, heeft de rechtbank de gedaagde ontslagen van instantie en Exology veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de gedaagde tot op heden op nihil zijn begroot. Dit vonnis is uitgesproken door mr. R.J.B. Boonekamp op 29 augustus 2012.