burgerlijk recht, sector kanton
zaakgegevens 815703 \ VV EXPL 12-10064 \ 199\392
uitspraak van
de stichting Standvast Wonen
gevestigd te Nijmegen
eisende partij
gemachtigde mr.drs. P. Bergkamp
[huurder]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
gemachtigde mr. G.J.G. Olijslager
Partijen worden hierna Standvast en [huurder] genoemd.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 11 mei 2012 met producties
- de brief met bijlagen van mr. Olijslager van 16 mei 2012
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 21 mei 2012 waaraan gehecht de pleitnotitie met producties van mr. Olijslager.
2. De feiten
2.1. Sinds 22 oktober 2010 huurt [huurder] van Standvast op grond van een schriftelijke huurovereenkomst de woning aan de [straat en nummer] in [woonplaats], [gemeente] (hierna: ‘de woning’). In artikel 2 van de huurovereenkomst is bepaald:
Het gehuurde is uitsluitend bestemd om voor huurder en leden van zijn huishouden als woonruimte te dienen.
2.2. Op de huurovereenkomst zijn de “Algemene voorwaarden huurovereenkomst zelfstandige woonruimten van Stichting Standvast Wonen” (hierna: ‘de algemene voorwaarden’) van toepassing. In artikel 7.3 is bepaald:
Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt.
Hieronder wordt ondermeer verstaan dat huurder:
(…)
- niet is toegestaan bedrijfsmatige activiteiten in (delen van) het gehuurde te ontplooien;
Een en ander behoudens voorafgaande toestemming van verhuurder. Een verzoek tot toestemming dient schriftelijk door huurder te worden ingediend.
2.3. In een brief van 5 maart 2012 schrijft de burgemeester van de [gemeente] aan [huurder]:
Van de politie heb ik een rapportage ontvangen waaruit blijkt dat u aan de [straat en nummer] te [woonplaats] een seksinrichting exploiteert. Door middel van deze brief waarschuw ik u dringend om de regelgeving in het prostitutiebeleid [gemeente], de Verordening seksinrichtingen 2011 (hierna: Verordening) en de nadere regels 2011 na te leven.
Rapportage politie
Op 8 februari 2012 is door de politie op de [straat en nummer] te [woonplaats] een controle gehouden op de naleving van de regels van de Verordening. Uit de rapportage van de politie blijkt dat de politie (één van) de op de [straat en nummer] te [woonplaats] als prostituee werkzame mevrouw heeft benaderd via een advertentie op internet. De politie heeft naar aanleiding van deze advertentie telefonisch contact opgenomen en een afspraak gemaakt voor een bezoek aan deze mevrouw op het adres, zo werd later telefonisch doorgegeven, [straat en nummer] te [woonplaats]. De politie heeft direct na binnenkomst in de woning aan de [straat en nummer] te [woonplaats] aan mevrouw medegedeeld dat het om een politiecontrole gaat. Tijdens de controle heeft mevrouw verklaard met toestemming van de op dat moment afwezige bewoner en huurder van de woning, de heer [huurder], de woning te gebruiken om tegen betaling seksuele handelingen te verrichten. Kort na deze verklaring bent ook u, de heer [huurder], aan de [straat en nummer] te [woonplaats] verschenen. U heeft verklaard niet in het bezit te zijn van een exploitatievergunning voor een seksinrichting zoals vereist op grond van de Verordening. De politie heeft u dan ook proces-verbaal aangezegd.
In november 2010 bent u reeds eerder door de politie geverbaliseerd voor, kort gezegd, het exploiteren van een seksinrichting zonder een door het bevoegd gezag afgegeven vergunning.
De burgemeester heeft [huurder] een bestuurlijke waarschuwing gegeven.
3. De vordering en het verweer
3.1. Standvast vordert, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair: [huurder] te veroordelen tot het ontruimen van de woning direct na betekening van dit vonnis, met machtiging van Standvast om de ontruiming zo nodig, op kosten van [huurder], zelf ter hand te nemen.
Subsidiair:
a. [huurder] te verbieden in de woning bedrijfsmatige activiteiten te doen plaatsvinden en in het bijzonder te verbieden om gelegenheid te geven tot prostitutie en/of andere ongeoorloofde activiteiten, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat de overtreding voortduurt;
b. [huurder] de verbieden om de woning zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Standvast geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of aan derden op enigerlei wijze in gebruik te geven, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 op overtreding van dit verbod en op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor elke dag dat een overtreding voortduurt.
In alle gevallen: [huurder] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2. Standvast legt aan de vordering ten grondslag dat [huurder] de woning, in strijd met de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden, gebruikt, althans derden laat gebruiken, als seksinrichting. Dat brengt veel overlast met zich. Standvast stelt dat van haar derhalve niet kan worden gevergd dat zij de huurovereenkomst met [huurder] voortzet, zodat haar vordering tot ontruiming kan worden toegewezen. Daarbij is volgens Standvast mede van belang dat [huurder] in 2010 als eens is geverbaliseerd voor activiteiten als de onderhavige.
3.3. [huurder] voert gemotiveerd verweer waarop hierna, waar nodig, wordt ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang van de vordering vloeit voort uit de stelling van Standvast dat de overtreding van [huurder] van de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden, met volgens Standvast overlast als gevolg, steeds voortduurt. Standvast stelt dat nog steeds klachten bij haar binnenkomen en heeft ook enkele van die klachten overgelegd.
4.2. Voor toewijzing van een vordering tot ontruiming is slechts plaats indien met een grote mate van waarschijnlijkheid in een bodemprocedure de ontbinding van de huurovereenkomst zal worden uitgesproken. Bovendien moet sprake zijn van een zodanig ernstige tekortkoming dat het belang van de verhuurder om over een vrije woning te beschikken moet prevaleren boven het belang van de huurder om in de woning te blijven.
4.3. [huurder] betwist dat hij een seksinrichting exploiteert als door Standvast gesteld. [huurder] stelt dat een goede vriendin van hem geregeld bij hem logeerde. Vanwege financiële omstandigheden bood zij tegen betaling seksuele diensten aan. Haar klanten ontving zij in de woning van [huurder]. Dit was vanaf medio 2011 het geval. [huurder] had echter geen enkele bemoeienis met haar activiteiten. Als hij had geweten dat een sanctie als thans gevorderd het gevolg kon zijn, had hij het nimmer toegestaan. Naar aanleiding van de brief van de burgemeester van 5 maart 2012 staat [huurder] het bedoelde gebruik niet meer toe. Hij stelt bij toewijzing van de vordering dakloos te worden. [huurder] betwist dat de activiteiten overlast hebben opgeleverd voor de buurt.
4.4. De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op vorenstaande stellingen van [huurder] erkent hij dat met zijn medeweten de woning is gebruikt voor bedrijfsmatige activiteiten. Onweersproken is dat [huurder] in 2010 reeds is gewaarschuwd met betrekking tot het laten verrichten van dergelijke activiteiten in een andere van Standvast gehuurde woning. Gelet daarop en op de duur van de overtreding – vanaf medio 2011 tot tenminste, uitgaande van de eigen stellingen van [huurder], maart 2012 – is de kantonrechter voorshands van oordeel dat sprake is van een dermate ernstige tekortkoming van [huurder] dat waarschijnlijk is dat de huurovereenkomst in een bodemprocedure zal worden ontbonden en dus dat toewijzing van de vordering tot ontruiming gerechtvaardigd is. De primaire vordering wordt toegewezen, met dien verstande dat de ontruimingstermijn wordt gesteld op twee weken.
4.5. [huurder] heeft verzocht dit vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, doch de kantonrechter is van oordeel dat onvoldoende is aangevoerd om af te wijken van het uitgangspunt dat een vonnis in kort geding uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
4.6. [huurder] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.
5. De beslissing
De kantonrechter, rechtdoende als voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt [huurder] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [straat en nummer] in [woonplaats], [gemeente], met alles wat van [huurder] is en ieder die bij [huurder] hoort, te verlaten en te ontruimen en de sleutels af te geven aan Standvast;
5.2. machtigt Standvast om, als [huurder] niet tot ontruiming overgaat, die ontruiming zelf te laten uitvoeren op kosten van [huurder];
5.3. veroordeelt [huurder] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Standvast begroot op € 98,97 aan dagvaardingskosten, € 109,00 aan griffierecht en € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken op