ECLI:NL:RBARN:2012:BV2837

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
5 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
224792 (2)
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van de Rijnhal te Arnhem door Circus Belly Wien na faillissement van Stichting Rijnhal Arnhem

In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 5 januari 2012 een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen de curator van de failliete Stichting Rijnhal Arnhem en Circus Belly Wien. De curator vorderde ontruiming van de Rijnhal, die door Circus Belly Wien werd gebruikt voor een kerstcircus, omdat de huurovereenkomst op 1 januari 2012 was geëindigd. De rechtbank oordeelde dat Circus Belly Wien zonder recht of titel in de Rijnhal verbleef en dat de ontruiming binnen zes uur na betekening van het vonnis diende plaats te vinden. De curator had eerder geconstateerd dat de Rijnhal niet was ontruimd en dat er nog dieren aanwezig waren, wat de noodzaak van ontruiming onderstreepte. De rechtbank wees de vordering van de curator toe, inclusief een dwangsom van € 10.000 per dag voor het geval Circus Belly Wien in gebreke zou blijven. Daarnaast werd Circus Belly Wien veroordeeld tot betaling van € 1.800 aan de curator voor extra beveiligingskosten die waren gemaakt vanwege de aanwezigheid van Circus Belly Wien in de Rijnhal. De rechtbank benadrukte dat de curator belang had bij een snelle ontruiming, vooral in het licht van een geplande vlooienmarkt in de Rijnhal op 7 en 8 januari 2012. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de curator het vonnis onmiddellijk kon laten uitvoeren, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 224792 / KG ZA 12-8
Vonnis in kort geding van 5 januari 2012
in de zaak van
[curator]
in hoedanigheid van curator in het faillissement van Stichting Rijnhal Arnhem,
kantoorhoudende te Arnhem,
eiser,
advocaat mr. H. Dzigal te Arnhem,
tegen
1. [gedaagde], h.o.d.n. CIRCUS BELLY WIEN,
kantoorhoudende te [woonplaats],
gedaagde,
2. [gedaagde], h.o.d.n. CIRCUS BELLY WIEN
kantoorhoudende te [woonplaats],
gedaagde,
verschenen in persoon, mede namens Roman [gedaagde sub 1],
3. ZIJ DIE VERBLIJVEN IN DE GEBOUWDE ONROERENDE ZAAK, plaatselijk bekend als de Rijnhal Arnhem,
verblijvende te Arnhem,
gedaagden,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna de curator en Circus Belly Wien c.s., dan wel [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en zij die verblijven in de Rijnhal te Arnhem, genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- het tijdens de behandeling tegen de niet verschenen gedaagden verleende verstek.
1.2. Ten slotte is in verband met de spoedeisendheid van de zaak is vonnis bepaald en gewezen op 5 januari 2012. De feiten en de motivering waarop de beslissing in het vonnis steunt, worden hieronder vastgelegd.
2. De feiten
2.1. De activiteiten van Stichting Rijnhal Arnhem (hierna: de Stichting) bestaan uit het beschikbaar stellen van ruimten voor onder meer beurzen, tentoonstellingen en vergaderingen. De gemeente Arnhem is eigenaar van de Rijnhal, die zij aan de Stichting verhuurde. De Stichting heeft aan Circus Belly Wien de Rijnhal verhuurd van 21 december 2011 tot en met zondag 1 januari 2012 voor het houden van een kerstcircus.
2.2. De afspraken die partijen omtrent het gebruik van de Rijnhal zijn vastgelegd in de huurovereenkomst van 25 augustus 2011. Voor zover van belang is in deze overeenkomst het volgende vastgelegd:
“2. Het verhuurde mag door huurder op 21 dec. 2011 t/m 1 jan. 2012 uitsluitend worden gebruikt voor het houden van een Kerstcircus.
De volgende data mogen uitsluitend worden gebruikt voor het opbouwen
en afbreken van het genoemde evenement: opb.: 19 en 20 december 2011
afb.: direct na het evenement
3. Het verhuurde moet direct na het evenement geheel ontruimd en schoon, ten genoegen van de directie, door huurder worden opgeleverd.”
2.3. Bij vonnis van de rechtbank Arnhem van 27 december 2011 is het faillissement uitgesproken van de Stichting, met benoeming van mr. R.A. Boon tot rechter-commissaris en [de curator] tot curator. Bij beschikking van 29 december 2011 heeft de rechter-commissaris in het faillissement een afkoelingsperiode bepaald van twee maanden ten behoeve van een ordentelijke afwikkeling van de boedel. Als gevolg daarvan heeft de curator de ontruiming nog niet geëffectueerd.
2.4. Op 2 januari 2012 heeft de curator geconstateerd dat de Rijnhal door Circus Belly Wien c.s. niet is ontruimd. Op donderdagochtend 5 januari 2012 bevonden zich nog twee olifanten in de Rijnhal.
2.5. In de laatste week van december 2011 zijn verschillende eigendommen van de Stichting uit de Rijnhal gestolen. Hiervan is aangifte gedaan. Vanaf 2 januari 2012 heeft de curator beveiliging ingehuurd ter voorkoming van verdere diefstallen, omdat het inbraakalarm vanwege de aanwezigheid van het circus niet kon worden ingeschakeld.
2.6. Tussen de gemeente Arnhem en de curator zijn afspraken gemaakt, zodat voor rekening en verantwoording van de gemeente Arnhem de op 7 en 8 januari 2012 geplande Nieuwjaarsvlooienmarkt in de Rijnhal doorgang kan vinden.
3. Het geschil
3.1. [de curator] vordert samengevat - ontruiming van de Rijnhal binnen 6 uur na betekening van dit vonnis op straffe van een dwangsom van € 25.000,00, te vermeerderen met een dwangsom van € 10.000,00 per dag dat Circus Belly Wien c.s. in gebreke blijven om hieraan te voldoen. Voorts vordert [de curator] de veroordeling van Circus Belly Wien tot betaling van € 1.800,00 wegens een voorschot op de door hem gemaakte kosten voor extra beveiliging van de Rijnhal.
3.2. [de curator] heeft aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat Circus Belly Wien zonder recht of titel in de Rijnhal verblijven, nu de huurovereenkomst liep tot en met 1 januari 2012 en overeengekomen is dat Circus Belly Wien direct na het evenement het circus zou afbreken en de Rijnhal zou ontruimen. Met het oog op de te houden vlooienmarkt op 7 en 8 januari 2012 dient Circus Belly Wien c.s., in verband met de opbouw van deze vlooienmarkt, de Rijnhal uiterlijk op 5 januari 2012 te verlaten.
3.3. Verder heeft [de curator] gesteld, dat hij door de wanprestatie van Circus Belly Wien c.s. schade heeft geleden. De aanwezigheid van dieren en personen van Circus Belly Wien c.s. heeft ervoor gezorgd dat de alarminstallatie niet kan worden aangezet. [de curator] heeft daardoor, gelet op de eerdere inbraken eind december 2011, extra bewaking moeten inzetten. De kosten van de extra bewaking worden geraamd op € 450,00 per nacht, te rekenen vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der feitelijke ontruiming van Circus Belly Wien c.s.
3.4. Circus Belly Wien c.s. voeren verweer.
3.5. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Gelet op de betwisting door [de curator] dat de olifanten op het tijdstip van de zitting al uit de Rijnhal waren vertrokken en het belang dat [de curator] heeft bij het ontruimd houden van de Rijnhal, zal de vordering tot ontruiming en het ontruimd houden van de Rijnhal worden toegewezen. Als onbetwist staat immers vast dat Circus Belly Wien c.s. vanaf 2 januari 2012 zonder recht of titel in de Rijnhal verblijven. De omstandigheid dat Circus Belly Wien c.s., mede in verband met het faillissement van de Stichting, slecht heeft gedraaid en daardoor geen geld heeft om te vertrekken en ook nog geen onderdak voor de dieren heeft gevonden, doet daar niet aan af.
4.2. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt tot een bedrag van € 10.000,00 per dag of gedeelte daarvan, met een maximum van € 250.000,00.
4.3. Ook het gevorderde voorschot van € 1.800,00 wegens de gemaakte extra kosten voor beveiliging van de Rijnhal zal worden toegewezen. Circus Belly Wien c.s. zijn immers toerekenbaar tekort geschoten in hun contractuele verplichting de Rijnhal op 1 januari 2012 te ontruimen. Circus Belly Wien c.s. hebben niet betwist dat door de aanwezigheid van dieren en mensen in de Rijnhal, de alarminstallatie niet kon worden aangezet. Gelet op de eerdere diefstallen eind december 2012 uit de Rijnhal, is het aannemelijk dat extra beveiliging van de Rijnhal noodzakelijk was. Het gevorderde voorschot van € 1.800,00 voor deze extra beveiligingskosten, waarvan de hoogte niet is betwist, komt dan ook voor toewijzing in aanmerking.
4.4. Circus Belly Wien c.s. zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [de curator] worden begroot op:
- dagvaarding € 181,28
- griffierecht 575,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.572,28
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt Circus Belly Wien c.s. om binnen 6 uur na betekening van dit vonnis de Rijnhal aan het Olympus 1 te (6823 EL) Arnhem met alle daarin van hunnentwege aanwezige personen en zaken te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels aan de curator, ter algehele beschikking van de curator te stellen,
5.2. veroordeelt [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en zij die verblijven in de Rijnhal te Arnhem, hoofdelijk, om aan de curator een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoen, tot een maximum van € 250.000,00 is bereikt,
5.3. machtigt de curator om met behulp van de sterke arm van justitie en politie de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen, indien Circus Belly Wien c.s. in gebreke blijven aan het onder 5.1 van dit vonnis bepaalde te voldoen, met dien verstande dat geen verdere dwangsommen verschuldigd zullen worden wanneer de curator van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt,
5.4. veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] tot betaling aan de curator van € 1.800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf veertien dagen na de betekening van dit vonnis,
5.5. verleent verlof voor betekening van dit vonnis aan Circus Belly Wien c.s. op alle uren en dagen,
5.6. veroordeelt [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en zij die verblijven in de Rijnhal te Arnhem hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op € 1.264,28, alsmede in de kosten van tenuitvoerlegging van het vonnis en de gedwongen ontruiming, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.7. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2012. De feiten en de motivering zijn afzonderlijk vastgelegd op 11 januari 2012.
Coll. MBR