ECLI:NL:RBARN:2011:BV0282
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopig deskundigenbericht in deelgeschilprocedure met betrekking tot ongeval en deskundigenrapport
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 25 november 2011 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopig deskundigenbericht. Het verzoek werd ingediend door de N.V. Noordhollandsche van 1816 Schadeverzekeringsmaatschappij, die betrokken was bij een deelgeschilprocedure waarin verzoekster als verweerster was genoemd. De kern van het geschil betrof de vraag of het rapport van de deskundige, dat op gezamenlijk verzoek van partijen was opgesteld, bindend was. De rechtbank oordeelde dat het verzoek om een voorlopig deskundigenbericht de beslissing in de deelgeschilprocedure doorkruiste. Dit leidde tot de conclusie dat er zwaarwichtig bezwaar bestond tegen het verzoek, waardoor het werd afgewezen.
De procedure begon met een verzoekschrift, gevolgd door een verweerschrift en een mondelinge behandeling op 4 november 2011. Tijdens deze behandeling heeft mr. J. van Rhijn, de advocaat van de verzoekster, het verzoek toegelicht. De rechtbank overwoog dat een voorlopig deskundigenonderzoek kan dienen om partijen zekerheid te verschaffen over relevante feiten en omstandigheden, maar dat de rechter geen discretionaire bevoegdheid heeft om het verzoek af te wijzen, tenzij er zwaarwichtig bezwaar is.
In deze zaak was het niet in geschil dat het verzoek voldoende concreet was en betrekking had op feiten die met het deskundigenonderzoek bewezen konden worden. Echter, de rechtbank oordeelde dat het verzoek van de Noordhollandsche in strijd was met de goede procesorde, omdat het de eerdere beslissing van de rechtbank in de deelgeschilprocedure doorkruiste. De rechtbank wees het verzoek van de Noordhollandsche af, waarmee de eerdere afspraken en het rapport van de deskundige dr. Kappel in stand bleven.