ECLI:NL:RBARN:2011:BU8569
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening tot herstel van poortcomplex en terugplaatsing van hekken
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, hebben eisers, bestaande uit echtelieden en een derde eiser, een kort geding aangespannen tegen de Vereniging van Eigenaren (VvE) en een particulier, gedaagde sub 2. De eisers vorderen een voorlopige voorziening tot herstel van het poortcomplex en terugplaatsing van de oorspronkelijke hekken, die door gedaagde sub 2 zijn verwijderd. De eisers stellen dat de VvE en gedaagde sub 2 op grond van kettingbedingen in de leveringsakten en het huishoudelijk reglement verplicht zijn om het poortcomplex in stand te houden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het poortcomplex in slechte staat verkeert en dat de hekken ontbreken, wat een veiligheidsrisico vormt voor de bewoners, vooral voor kinderen die in de nabijheid wonen.
De rechtbank heeft de procedure en de feiten in detail onderzocht, waaronder de leveringsakten, de notulen van de VvE en het huishoudelijk reglement. De rechtbank concludeert dat de verplichtingen uit de kettingbedingen ook betrekking hebben op het poortcomplex. De rechtbank oordeelt dat er voldoende spoedeisend belang is bij de vorderingen van de eisers, mede gezien de veiligheidsaspecten. De rechtbank heeft de VvE en gedaagde sub 2 veroordeeld om binnen een bepaalde termijn het poortcomplex te herstellen en de hekken terug te plaatsen, met de kosten ten laste van de VvE. Tevens is een dwangsom opgelegd voor het geval de VvE en gedaagde sub 2 niet aan de veroordeling voldoen.
De uitspraak is gedaan door mr. R.J.B. Boonekamp op 1 december 2011, waarbij de rechtbank de vorderingen van de eisers grotendeels heeft toegewezen en de proceskosten heeft verhaald op de in het ongelijk gestelde partijen.