“ 1.0 Aanleiding onderzoek
(...)
Verdachte exploiteert een veehandel. Het verhandelde vee bestaat hoofdzakelijk uit paarden. Behalve binnenlandse handel exporteert verdachte al sinds jaar en dag paarden naar vooral Zwitserland (uitvoer EU). (...) Volgens de administratie, bestaande uit een kasboek, inkoopboek en verkoopboek, bedraagt de omzet jaarlijks ongeveer f 6.000.000, = (...) Over de omzet binnenland is (...) het lage tarief van 6% verschuldigd.
Volgens de administratie koopt verdachte paarden in van veehandelaren die al dan niet de veehandelsregeling toepassen en trekt op basis van de veehandelsregeling de voorbelasting af: t/m 1999 5,6 %; in 2000 4,8 % en vanaf 2001 5,1 %.
Omdat de omzet van verdachte nagenoeg geheel bestaat uit omzet naar het buitenland en daarover het 0-tarief van toepassing is leidt de aftrek van de voorbelasting jaarlijks tot teruggaven van f 250.000 tot f 350.000.
Verdachte maakt zelf geen gebruik van de veehandelsregeling.
(...)
Omdat de in- en verkoopprijs van de verhandelde paarden volgens het kasboek steeds hetzelfde waren ontstond bij de controle ambtenaar twijfel omtrent de vraag of daadwerkelijk sprake was van koop en verkoop door verdachte en stelde daarom bij een tweetal “leveranciers” ([D] en [E]) een derdenonderzoek in, waarbij de in- en verkoopgegevens uit de administraties met elkaar zijn vergeleken.
(…)
Volgens de leveranciers verkopen zij zelf rechtstreeks aan Zwitserse handelaren en niet aan [X]. Zij ontvangen ook zelf de verkoopbedragen. [X] treedt daarbij slechts op als douane-expediteur. [X] verzorgt de exportformulieren, daarbij behorende verkoopfacturen, alsmede benodigde keuringen en het vervoer. Voor zijn diensten zou hij geen vergoeding ontvangen. In de zogenaamde “paardenboeken” van de leveranciers, waarin zij hun paardenverkopen noteren, komt [X] ook niet voor als koper. Toch ondertekenen zij veelhandelsverklaringen die [X] gebruikt voor het claimen van voorbelasting.
Volgens notities van de controle ambtenaar verklaart [D] daarover:
“Onlangs kwam [X] en legde mij een viertal verklaringen voor met verzoek om deze te ondertekenen. Nou dat doe ik dan. Ik verkeer in de veronderstelling dat ik alleen teken dat ik de paarden bij [X] aflever en verder niet. Dit gebeurt al sinds jaar en dag zo.” en
“De naam van [X] ging de ronde op concoursen e.d. dat hij kon bemiddelen bij uitvoer, gezondheid, RVV, bloedafname etc., transport naar Zwitserland. Al Deze kosten komen voor zijn rekening, allen de BTW komt hem ten goede. We doen al jaren op deze manier zaken en het bevalt van alle kanten goed. (…)”.
[E] verklaart daarover, eveneens volgens genoemde notities:
“[X] verzorgt al sinds jaar en dag de uitvoer. De omzetbelasting is zijn provisie. Voorts is door [E] aan [X] nog nooit provisie betaald.”
(...)
2.6 Verhoren verdachte
(...)
21 juni 2004, om 9.45 uur.
De onderneming
(...)
“Binnen mijn onderneming handelde ik altijd in opdracht van de koper. De koper meestal een buitenlander, was op zoek naar een bepaald paard en ging dan soms met mij naar een concours om paarden te bekijken. Als er een paard bij was waar hij belangstelling voor had dan gingen we soms samen naar de eigenaar van het paard om te vragen of het paard te koop was. Als dat zo was werd er door de koper en mij gevraagd wat het paard moest kosten. De koper vertelde me dan welk bedrag hij wilde geven voor het paard waarna ik met de verkoper ging onderhandelen. Als de verkoper dan het uiteindelijke verkoopbedrag had genoemd wist ik of de koop kon doorgaan of niet. Ik heb altijd een bemiddelende functie gehad tussen de koper en de verkoper. Ik kreeg voor mijn bemiddeling geen beloning van de verkoper en ook niet van de koper.
(...)
In nagenoeg alle gevallen dat ik bemiddelde tussen koper en verkoper ging het om paarden die geëxporteerd werden.
Om de paarden te kunnen exporteren moesten de paarden gekeurd worden, er moesten veterinaire papieren bij die voldeden aan de eisen van het bestemmingsland. Het transport naar het buitenland moest geregeld worden. De keuringskosten van de paarden waren voor mijn rekening. De transportkosten waren voor rekening van de koper. In alle gevallen gebeurde het transport door [K]. De douaneformaliteiten werden ook door mij geregeld.
Ook bij de import van paarden verzorgde ik alle formaliteiten. (...) Bij import was ik zelf de koper van het paard. Ik betaalde zelf de invoerrechten.
Ook bij de retourimport verzorgde ik zelf de formaliteiten en betaalde zelf de kosten die daarmee gemoeid waren. Bij retourimport ging het om paarden die bij de koper niet voldeden aan zijn of haar verwachtingen (...). In die gevallen betaalde ik de door mij geclaimde BTW terug.
Buiten mijn bemiddeling had ik nagenoeg geen andere activiteiten gehad. Het gebeurde wel eens dat ik zelf een eigen paard had of samen met iemand anders.
(...)
De aangiften omzetbelasting
(…)
“De aangiften omzetbelasting werden door mij ingevuld “(…) de jaarlijkse controle van de door mij gedane aangiften gebeurde door mijn accountant”.
(…)
(Heeft u wel eens informatie ingewonnen of u de aangiften juist invulde.)
“Nee en er is mij ook nooit gezegd dat ik het niet goed deed.”
(…)
De inkopen
(…)
“(Tijdens het door ons ingestelde onderzoek zijn veel personen bezocht van wie u volgens uw administratie paarden had gekocht en contant betaald. Het merendeel van de door ons gehoorde personen verklaarde de betreffende paarden niet aan u te hebben verkocht maar rechtstreeks aan de nieuwe eigenaar en ook niet door u te zijn betaald. Hoe kan het dan dat die paarden toch in uw administratie staan vermeld als zijnde gekocht en door u betaald en verkocht en aan u betaald?)
“Omdat ik van de verkopende partij geen commissie beurde heb ik het verwerkt op de manier zoals in mijn administratie te zien is. Dat was de enige manier om de BTW te kunnen terugkrijgen. Dat heb ik zo afgesproken met de verkopende partijen.”
(Gevraagd wordt waarom er in het kasboek ontvangsten en uitgaven zijn genoteerd die nooit hebben plaatsgevonden.)
“Ik heb daar geen echte verklaring voor. Dat was in feite de afwerking van de export. Deze wijze was voor de verkopende partij de makkelijkste manier om mij geen commissie te betalen.”
(…)
“ Ik kan wel zeggen dat van alle paarden die naar het buitenland gingen ik in 90% van de gevallen er iets mee te maken had. In de meeste gevallen bracht ik de koper aan bij de verkoper en ook in heel veel gevallen was ik de bemiddelaar die na overleg met de koper de koop sloot. (...)”.
(...)
22 juni 2004 (…)
(...)
Het klopt dat er in mijn administratie staat dat er een bedrag van 1 miljoen contant is ontvangen en betaald, terwijl dat niet gebeurd is. Ik heb wel de BTW geclaimd van deze export en wel over 1 miljoen gulden.
(...)
(Van een groot aantal in uw administratie aangetroffen veehandelsverklaringen verklaren de daarop vermelde personen dat de daarop vermelde handtekening niet van hen is. Hoe verklaart u dat?)
“De getoonde veehandelsverklaring van [L] is niet door mij geschreven en ondertekend. De verklaring van [M] ken, dat is vermoedelijk iemand die mij gezegd heeft dat ik zijn handtekening er wel onder mocht zetten, de hele verklaring is door mij ingevuld. De verklaring van [N] in 2001 is door mij geschreven, de handtekening is niet door mij er op gezet. (…)”.
(…)
[O]
Deel verklaring (...):
U toont mij een facuur van [O] B.V. betreffende de verkoop van 3 paarden aan [X] op 27 mei 2002 voor het totaalbedrag van
€ 3.600,-- inclusief btw.
Deze factuur is niet door mij opgemaakt. (...) Het handschrift op deze factuur is niet van mij. (…) Ik heb ook geen toestemming gegeven aan [X] om deze factuur op te maken.
(Wij laten gehoorde een factuur uit zijn inbeslaggenomen administratie zien, gedateerd 27 mei 2002, in de kop het logo van en de naam [O] bv, gericht aan [X] te [Z], ad € 3600,= en vragen gehoorde hoe die factuur tot stand is gekomen. (…))
“ Die heb ik gemaakt. (...)”.
[P] BV, [a]
Deel verklaring (...)
“ Deze factuur komt niet bij ons vandaan. (...)
(Wij laten gehoorde een factuur uit zijn inbeslaggenomen administratie zien, gedateerd 25 maart 2002, volgens de kop afkomstig van [P] BV ad € 24.500,= (...) en vragen gehoorde hoe deze factuur tot stand is gekomen.)
“ Ook die factuur heb ik gemaakt. Daarvoor heb ik de originele factuur van [P] (…) gebruikt.”
[c]
Deel verklaring (...)
De factuur van 1 december 1998 ten bedrage van fl. 107.500,--. Ik zie dat deze factuur in het geheel niet in mijn administratie is opgenomen en verantwoord. Ik heb vrijwel nooit op commissiebasis een paard verkocht voor een derde en als dat gebeurd is dan heb ik in ieder geval die commissie geboekt. Ik heb ook nooit paarden verkocht aan [X] die ik geheel buiten de boeken heb gelaten.
(Wij laten gehoorde een factuur uit zijn inbeslaggenomen administratie zien, gedateerd 1 december 1998, volgens de kop afkomstig van [d] BV, gericht aan [X] te [Z] ad f 107.500 (...) en vragen gehoorde hoe deze factuur tot stand is gekomen.)
“ Die factuur heb ik gemaakt aan de hand van een andere van [c] afkomstige factuur. (...) Het betrof paarden waarvoor ik [e] naar [c] had gestuurd. Volgens mij pasten die paarden wel op de veiling van [e] in Zwitserland. [e] heeft daar de paarden gekocht. Ik was er niet bij. Ik vond omdat ik [e] naar [c] had gestuurd dat ik recht had op teruggaaf van de BTW. [c] vond dat ik niets met de koop te maken had en heeft zelf de export geregeld (...).
(...)
(Een aantal paarden is volgens afgelegde verklaringen wel aan u verkocht, echter tegen lagere prijzen dan u hebt geboekt.
Zie o.a.
[f] (...)
“ De “[g]” heb ik voor een derde verkocht. Die derde is een particulier. (...) Ik heb zo wel meer paarden aan [X] verkocht. [X] komt dan alleen of met klanten naar mij toe. [X] lijkt voor die klanten als commissionair te handelen. [X] gaat dan samen met zijn opdrachtgever weer weg nadat ze het paard hebben gezien. [X] belt later terug en handelt de zaak dan af. (...) Het bedrag van f 38.000,- welke op de factuur staat vermeld staat niet in mijn kasboek omdat dit paard niet van mij was. Ik heb dan vermoedelijk provisie ontvangen. (…) Volgens mij was het bedrag van de transactie echter geen f 38.000,- maar f 20.000,-.
(...)
Ik heb toen wel twee paarden verkocht aan dhr. [X]. Dat was dus [g] en een tweede paard met de naam [h] op de stamboom. (…) Ik heb voor beide paarden geld ontvangen van [X]. Ik weet niet meer hoeveel. Er staat mij bij dat ik geen f 38.000,- heb ontvangen voor beide paarden. Er staat mij een bedrag van f 29.000,- bij voor beide paarden.(…)
(...)
[A] (…)
(Uit door ons ingesteld onderzoek in de administratie van de heer [A] is gebleken dat van de factuur d.d. 6 oktober 1998 ad
f 520.000,= een bedrag van f 465,000,= was verantwoord, van de factuur d.d. 25 september 2001 ad f 60.000,= een bedrag van f 40.000,= was verantwoord. Inzake de verschillen van respectievelijk f 55.000,== en f 20.000,= deelde de heer [A] ons schriftelijk mee dat de f 55.000,= nooit door hem is ontvangen. Over de f 20.000,= wordt geen verklaring gegeven. Wel over een factuur d.d. 23 augustus 1999 ad f 360.000,= deelt hij mee niet meer dan f 320.000 te hebben ontvangen.
Wat kunt u daarover verklaren?)
“Voor wat betreft de factuur van 25 september 2001 ad f. 60.000,- kan ik het volgende opmerken. Ik weet nog om welk paard het gaat. Het was een paard dat het op een bepaald concours heel goed deed. Ik heb toen gebeld met [i] (…). [i] heeft mij toen gezegd dat hij het paard wel wilde hebben. [A] vroeg voor het paard f.60.000,- en [i] was bereid dat bedrag te betalen. Vervolgens is het paard naar Zwitserland gegaan en na enige tijd bleek het paard niet helemaal te voldoen. In overleg met [A] en [i] is toen besloten dat het paard voor f.40.000 in Zwitserland kon blijven. Als ik een factuur van f.60.000 in mijn administratie heb,dan moet dit nog worden aangepast. (…)
[A] werd door mij altijd per bank betaald. (…)”.
(…)
De verkopen
(Een groot aantal paarden is volgens uw administratie door u verkocht aan [P] (...) De personen van wie u de paarden volgens de administratie kocht verklaren in de meeste gevallen dat ze die betreffende paarden niet in bezit hebben gehad en nooit een paard hebben verkocht aan [P]. Hoe zit dat precies?)
“Ik zocht samen met [H] uit [Q] paarden uit voor [P]. [H] zit voor mij in de paardenhandel. (...) De eigenaar [j] van [P] was meestal bij de aankoop van de paarden aanwezig.
(...)
Verklaring van [H] op 30 juni 2004 (...)
“ Het door [X] verklaarde klopt voor geen stukken. [j] is helemaal geen klant van [X]. Ik heb nooit samen met [X] paarden gekocht voor [j]. Het enige dat [X] voor mij wel eens gedaan heeft is het verzorgen van exportpapieren voor paarden die naar Zwitserland gegaan zijn in de periode dat mijn zoon bij [e] reed. (...) Van alle paarden die naar [P] zijn gegaan is er niet 1 door [X] gekocht. Alle paarden die naar [P] zijn gegaan zijn door [j] zelf gekocht en ik zat daar tussen als commissionair.
Verklaring van [k] op 28 juni 2004 (...)
“ (...) De exportpapieren werden altijd in orde gemaakt door [X]. Als ik met [l] op pad was geweest dan had [X] geen enkele bemoeienis met de koop en de verkoop.
(...)
3.0 Gevolgen voor de omzetbelasting
(...)
Vermoedelijk zijn de volgende bedragen aan omzetbelasting ten onrechte door verdachte als vooraftrek in aanmerking genomen omdat:
- de betreffende paarden volgens getuigen niet aan verdachte zijn verkocht/geleverd;
- enkele paarden wel aan verdachte waren geleverd, maar deze voor te hoge bedragen in de administratie waren verwerkt;
- een aantal paarden afkomstig was van particulieren en daarvoor geen recht bestaat op aftrek van voorbelasting.