ECLI:NL:RBARN:2011:BU6738
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verklaring omtrent arbeidsvermogenschade na verkeersongeval
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 30 september 2011 uitspraak gedaan in een deelgeschil betreffende letselschade. De gelaedeerde, die op 1 mei 1997 als voetganger door een auto is aangereden, heeft verzocht om te verklaren dat de verzekeraar, Turien & Co Assuradeuren C.V., gebonden is aan de conclusies van een door het gerechtshof benoemde arbeidsdeskundige. De verzekeraar had de gelaedeerde in een bodemprocedure gedagvaard en gevorderd dat de rechtbank zou verklaren dat de gelaedeerde geen arbeidsvermogenschade heeft geleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de schade en de gevolgen van het ongeval voor het arbeidsvermogen van de gelaedeerde. De rechtbank oordeelde dat deze onzekerheid niet kan worden opgelost in het kader van het deelgeschil en dat het verzoek om een verklaring niet kan bijdragen aan verdere schikkingsonderhandelingen. Daarom werd het verzoek afgewezen op grond van artikel 1019z van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De rechtbank heeft ook de kosten van de procedure begroot en vastgesteld dat de gelaedeerde recht heeft op een vergoeding van buitengerechtelijke kosten, die op € 6.510,87 werd vastgesteld. De verzekeraar werd veroordeeld tot betaling van deze kosten. De beslissing is genomen door mr. S.C.P. Giesen en openbaar uitgesproken op dezelfde datum.