ECLI:NL:RBARN:2011:BU3857

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
21 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
763361 CV EXPL. 11-4828
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Studiekostenovereenkomst tussen uitzendbureau en uitzendkracht; vordering tot terugbetaling studiekosten afgewezen wegens strijd met goed werkgeverschap

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 21 oktober 2011, gaat het om een studiekostenovereenkomst tussen Mailprofs Uitzendbureaux B.V. en een uitzendkracht, aangeduid als [gedaagde partij]. De overeenkomst, die op 21 januari 2009 tot stand kwam, hield in dat Mailprofs de kosten van een opleiding tot DIV-medewerker ter waarde van € 3000,- zou betalen, terwijl de uitzendkracht slechts € 1200,- verschuldigd zou zijn. Mailprofs vorderde echter een bedrag van € 1380,- van de uitzendkracht, omdat deze niet had voldaan aan zijn betalingsverplichtingen, ondanks herhaalde aanmaningen.

De kantonrechter oordeelde dat Mailprofs onvoldoende feiten had aangedragen om te onderbouwen dat de uitzendkracht haar naam bij opdrachtgevers zou schaden, wat een reden zou zijn om de uitzendkracht niet uit te zenden. De rechter concludeerde dat het onaanvaardbaar was en in strijd met goed werkgeverschap dat Mailprofs betaling van de studiekosten vorderde, gezien de omstandigheden van de zaak. De kantonrechter wees de vordering van Mailprofs af en veroordeelde hen in de proceskosten, die aan de kant van de uitzendkracht werden begroot op € 300,- aan salaris voor de gemachtigde.

Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers in studiekostenovereenkomsten en de noodzaak om rekening te houden met de omstandigheden van de werknemer. De uitspraak is een belangrijke reminder dat werkgevers niet alleen recht hebben op terugbetaling van studiekosten, maar ook moeten voldoen aan de eisen van goed werkgeverschap.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
burgerlijk recht, sector kanton
Locatie Nijmegen
zaakgegevens 763361 \ CV EXPL 11-4828 \ JT/392/mvl
uitspraak van 21 oktober 2011
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap Mailprofs Uitzendbureaux B.V.
gevestigd te Amsterdam
eisende partij
gemachtigde [naam gemachtigde]
tegen
[gedaagde partij]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
gemachtigde [naam gemachtigde ]
Partijen worden hierna Mailprofs en [gedaagde partij] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 juli 2011
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen van 19 september 2011.
2. De feiten
2.1. Tussen Mailprofs en [gedaagde partij] is op 21 januari 2009 een overeenkomst tot stand gekomen. De overeenkomst luidt, voor zover hier van belang:
Overwegende,
Dat de schuldenaar in de hoedanigheid van uitzendkracht in de periode van 10 februari t/m 10 maart 2009 een opleiding voor “DIV medewerker” heeft gevolgd waarvan de kosten ad 3000 euro zijn betaald door Mailprofs;
dat de uitzendkracht slechts 1200 euro (=2400 uur) verschuldigd is aan Mailprofs ter zake van de eerdergenoemde opleiding (verder te noemen; de Opleiding) en dat Mailprofs bereid is deze schuld van de schuldenaar kwijt te schelden onder de navolgende voorwaarden.
(…)
2. Mailprofs zal gedurende een periode van 18 (achttien) maanden na de ingangsdatum van deze schuldbekentenis voor elk uur dat de schuldenaar als uitzendkracht door Mailprofs aan derden ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten bij die derden van werkzaamheden waartoe de schuldenaar door het volgen van de Opleiding is opgeleid, 0,5 euro in mindering brengen van het door de schuldenaar aan Mailprofs verschuldigde (…) hiervoor genoemde bedrag.
(…)
5. Mailprofs zal ten behoeve van de schuldenaar al het mogelijke bewerkstelligen om hem/haar ter beschikking te stellen aan derden, maar Mailprofs kan op generlei wijze aansprakelijk gesteld worden voor een na afloop van deze overeenkomst nog resterende schuld indien het aantal gewerkte uren niet toereikend is geweest om de gehele schuld te vereffenen.
(…)
9. Een eventueel saldo van de schuld dat resteert aan het einde van de periode van deze overeenkomst is door Mailprofs direct opeisbaar.
(…)
3. De vordering en het verweer
3.1. Mailprofs vordert, samengevat weergegeven, veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling vaneen bedrag van € 1.380,00, waarvan een bedrag ven € 1.200,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. Voorts vordert Mailprofs veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van de proceskosten.
3.2. Mailprofs legt aan de vordering te grondslag dat [gedaagde partij] op grond van de gesloten overeenkomst de overeengekomen kosten dient te voldoen voor de door [gedaagde partij] gevolgde, en door Mailprofs betaalde, opleiding tot ‘Medewerker Documentaire Informatievoorziening’. [gedaagde partij] heeft dat, ondanks herhaalde aanmaning, niet gedaan.
3.3. [gedaagde partij] voert gemotiveerd verweer waarop hierna, waar nodig, wordt ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Vaststaat dat [gedaagde partij] een opleiding tot DIV-Medewerker bij SOD Opleidingen heeft gevolgd op kosten van Mailprofs. Onweersproken is voorts dat [gedaagde partij] (nadien) nimmer is uitgezonden door Mailprofs.
Naar de kantonrechter begrijpt, is Mailprofs van mening dat zij desalniettemin ingevolge de artikelen 5. en 9. van de overeenkomst aanspraak kan maken op (een deel van) de studiekosten.
[gedaagde partij] heeft dat gemotiveerd bestreden. Hij voert daartoe, kort samengevat, aan dat Mailprofs niet voldaan heeft aan haar inspanningsverplichting om hem uit te zenden, dat het niet kunnen voldoen aan de terugbetalingsverplichting voor rekening en risico van Mailprofs komt en dat er aan zijn zijde sprake is van dwaling.
4.2. De kantonrechter oordeelt als volgt. Een tussen werkgever en werknemer gesloten studieovereenkomst moet voldoen aan de door de Hoge Raad in zijn arrest van 10 juni 1983 (NJ 1983/796) aan een dergelijke overeenkomst gestelde eisen. Die eisen komen, kort samengevat er op neer, dat de werkgever in de gelegenheid moet worden gesteld de opleidingskosten van de werknemer terug te verdienen. Indien de dienstbetrekking gedurende de daarvoor benodigde periode eindigt, dan komt er een terugbetalingsverplichting, gerelateerd aan de resterende duur van bedoelde periode, op de werknemer te rusten. Nu een uitzendovereenkomst ingevolge art. 7:690 BW een vorm van een arbeidsovereenkomst is, is genoemd arrest ook leidend voor de beoordeling van dit geval.
4.3 De door Mailprofs met [gedaagde partij] gesloten overeenkomst voldoet niet aan de voornoemde eisen. De overeenkomst komt erop neer dat [gedaagde partij] in alle gevallen € 1.200,- aan studiekosten moet terugbetalen aan Mailprofs. Mailprofs brengt gedurende 18 maanden na ondertekening van de overeenkomst € 0,50 per uur in mindering op het door [gedaagde partij] verdiende loon. Indien [gedaagde partij] na die 18 maanden die € 1.200,- niet geheel heeft terugbetaald, dan is de restsom direct opeisbaar. In casu is de restsom dus € 1.200,-. Een dergelijke regeling is in strijd met goed werkgeverschap, reeds omdat hierin geen rekening wordt gehouden met het feit dat Mailfprofs moet worden geacht baat te hebben van de door [gedaagde partij] tijdens zijn studie verworven kennis en vaardigheden. Dat Mailprofs [gedaagde partij] niet heeft kunnen uitzenden, dient daarbij in beginsel voor haar rekening en risico te komen. De bedrijfsvoering van Mailprofs is immers het tegen betaling uitzenden van werknemers.
4.4. Mailprofs stelt nog dat de omstandigheid dat [gedaagde partij] niet is uitgezonden tenminste gedeeltelijk aan [gedaagde partij] zelf te wijten is, omdat hij zich beklaagde over het uitblijven van werk en de werkwijze van Mailprofs in het algemeen. Mailprofs stelt dat zij [gedaagde partij] nadien niet meer wilde uitzenden, omdat hij dan mogelijk de naam van Mailprofs bij opdrachtgevers zou schaden. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Mailprofs echter onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld op welke grond zij in redelijkheid kon en mocht aannemen dat [gedaagde partij] haar naam bij mogelijke opdrachtgevers zou schaden.
4.5. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en/of dat het in strijd met goed werkgeverschap is dat Mailprofs van [gedaagde partij] betaling van (een deel van) de studiekosten vordert.
4.6. Mailprofs wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1. wijst de vordering af;
5.2. veroordeelt Mailprofs in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [gedaagde partij] begroot op € 300,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 21 oktober 2011.