ECLI:NL:RBARN:2011:BT2423

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
22 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/701521-11
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige staandehouding in internationale trein leidt tot afwijzing vordering tot inbewaringstelling

Op 22 september 2011 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een zaak waarin de officier van justitie in beroep ging tegen een beschikking van de rechter-commissaris van 8 september 2011. Deze beschikking betrof de afwijzing van een vordering tot inbewaringstelling van de verdachte Z.V.W.O.V.H.T.L., die op dat moment gedetineerd was in het Huis van Bewaring De Weg te Amsterdam. De rechtbank heeft in raadkamer de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door mr. E. Klijn, gehoord en de stukken van de zaak bestudeerd.

De rechtbank heeft de overwegingen van de rechter-commissaris gevolgd, die oordeelde dat er sprake was van een onrechtmatige staandehouding. De controle van personen in een internationale trein zonder enige aanwijzing van een strafbaar feit werd als strijdig met de Europese regelgeving beschouwd, die het vrij verkeer van personen waarborgt. Dit vormverzuim was onherstelbaar en had directe gevolgen voor de voorlopige bewijsgaring tegen de verdachte.

De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat een verdenking tegen de verdachte kon onderbouwen, en dat de beslissing van de rechter-commissaris op juiste gronden was genomen. De rechtbank oordeelde dat het hoger beroep van de officier van justitie moest worden afgewezen en dat de beschikking van de rechter-commissaris diende te worden bekrachtigd. De relevante wetsartikelen zijn in acht genomen bij deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector Strafrecht Raadkamer
Parketnummer: 05/701521-11
Rolnummer : 9
De rechtbank heeft kennis genomen van het door de officier van justitie ingestelde appel tegen de beschikking van 8 september 2011 van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in dit arrondissement in de zaak tegen:
[veroordeelde]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]
Z.V.W.O.V.H.T.L.
thans gedetineerd in Huis van Bewaring De Weg te Amsterdam
bij welke beschikking de rechter-commissaris de vordering tot inbewaringstelling heeft afgewezen.
In raadkamer van 22 september 2011 zijn de officier van justitie en verdachte, bijgestaan door mr. E. Klijn, gehoord.
De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken.
De rechtbank deelt de overweging van de rechter-commissaris dat er sprake is van een onrechtmatige staandehouding. Het controleren van personen in een Internationale trein zonder dat er aanwijzingen zijn voor een verdenking van een strafbaar feit is in strijd met de Europese regelgeving met betrekking tot het vrij verkeer van personen en de in communautair verband nadrukkelijk nagestreefde slechting van de binnengrenzen en afschaffing van zogenaamde grenscontroles. Dat is een onherstelbaar vormverzuim, ook jegens de verdachte. Vast staat dat de voorlopige bewijsgaring tegen verdachte is verkregen als onmiddellijk gevolg van de onrechtmatige staandehouding. Nu er overigens geen bewijs voorhanden is waaruit een verdenking kan worden afgeleid,is de beslissing van de rechter-commissaris op juiste gronden genomen.
Het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 9 augustus 2011 (zaaknummer 201108181/3/V4; LJN: BR5038) niet leidt tot een ander oordeel. Uit deze uitspraak, alsmede de daarin gegeven overweging ten overvloede, volgt niet dat artikel 4.17a van het Vreemdelingenbesluit 2000 in overeenstemming is met de artikelen 20 en 21 van de Schengengrenscode (VO EG 562/2006).
De conclusie uit het voorgaande is dat het beroep van de officier van justitie dient te worden afgewezen en dat de beslissing van de rechter-commissaris dient te worden bekrachtigd.
De raadkamer heeft de betrekkelijke wetsartikelen in acht genomen. BESLISSENDE
Wijst af het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechter-commissaris d.d. 8 september 2011 houdende de afwijzing van de vordering tot inbewaringstelling.
Aldus gegeven te Arnhem op 22 september 2011 door mrs. B.F.M. Klappe, als voorzitter,
J.J. Catsburg en J.T.H. van Belzen, rechters in het bijzijn van P. Willems als griffier.