ECLI:NL:RBARN:2011:BT2423
Rechtbank Arnhem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige staandehouding in internationale trein leidt tot afwijzing vordering tot inbewaringstelling
Op 22 september 2011 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een zaak waarin de officier van justitie in beroep ging tegen een beschikking van de rechter-commissaris van 8 september 2011. Deze beschikking betrof de afwijzing van een vordering tot inbewaringstelling van de verdachte Z.V.W.O.V.H.T.L., die op dat moment gedetineerd was in het Huis van Bewaring De Weg te Amsterdam. De rechtbank heeft in raadkamer de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door mr. E. Klijn, gehoord en de stukken van de zaak bestudeerd.
De rechtbank heeft de overwegingen van de rechter-commissaris gevolgd, die oordeelde dat er sprake was van een onrechtmatige staandehouding. De controle van personen in een internationale trein zonder enige aanwijzing van een strafbaar feit werd als strijdig met de Europese regelgeving beschouwd, die het vrij verkeer van personen waarborgt. Dit vormverzuim was onherstelbaar en had directe gevolgen voor de voorlopige bewijsgaring tegen de verdachte.
De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat een verdenking tegen de verdachte kon onderbouwen, en dat de beslissing van de rechter-commissaris op juiste gronden was genomen. De rechtbank oordeelde dat het hoger beroep van de officier van justitie moest worden afgewezen en dat de beschikking van de rechter-commissaris diende te worden bekrachtigd. De relevante wetsartikelen zijn in acht genomen bij deze beslissing.