ECLI:NL:RBARN:2011:BT1967
Rechtbank Arnhem
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter en rechter-commissaris in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 12 september 2011 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen de rechters mr. J.B.J. Driessen en mr. E. de Boer. Het wrakingsverzoek was ingediend omdat de verzoeker meende dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding was. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek tegen mr. De Boer, omdat dit verzoek te laat was ingediend zonder dat bijzondere omstandigheden waren aangetoond. De rechtbank stelde vast dat de feiten en omstandigheden die aanleiding gaven voor het wrakingsverzoek aan de verzoeker bekend waren geworden na de terechtzitting van 18 januari 2011, maar dat hij pas op 18 augustus 2011 zijn verzoek indiende.
Met betrekking tot het wrakingsverzoek tegen mr. Driessen oordeelde de rechtbank dat de door deze rechter-commissaris genomen beslissingen inhoudelijke beslissingen waren, waaruit geen schijn van partijdigheid kon worden afgeleid. De verzoeker had aangevoerd dat hij geen eerlijke procedure kreeg en dat hem een advocaat van zijn keuze werd onthouden. De rechtbank oordeelde echter dat de door mr. Driessen genomen beslissingen niet in strijd waren met de vereisten van onpartijdigheid. De rechtbank wees het wrakingsverzoek tegen mr. Driessen af, omdat de verzoeker niet had aangetoond dat er sprake was van feiten of omstandigheden die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar zouden kunnen brengen. De beschikking werd openbaar uitgesproken, en tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.