ECLI:NL:RBARN:2011:BQ0871

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
30 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
120423
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schadevergoeding na ongeval met Interpolis Schadeverzekering N.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 30 maart 2011 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.A.J. Hagen, en gedaagde, Interpolis Schadeverzekering N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. F.A.M. Knüppe. De procedure volgde op een deskundigenbericht van arbeidsdeskundige R.E.E.M. Artoos, dat op 14 juni 2010 was opgesteld. Eiser heeft zijn eis gewijzigd na het deskundigenbericht en vordert een schadevergoeding van € 916.628,30, vermeerderd met wettelijke rente, alsook diverse verklaringen voor recht met betrekking tot toekomstige schade en verplichtingen van Interpolis. De rechtbank heeft Interpolis de gelegenheid gegeven om verweer te voeren tegen de diverse schadeposten die eiser heeft ingediend. Eiser heeft een gedetailleerd overzicht van schadeposten gepresenteerd, waaronder arbeidsvermogensschade, materiële schade, en kosten voor medische zorg en voorzieningen. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere beoordeling en heeft partijen verzocht om aanvullende informatie te verstrekken over de schadeposten en de voorgeschoten bedragen. De beslissing van de rechtbank is aangehouden tot een volgende rolzitting op 11 mei 2011, waarbij eiser zijn akte moet indienen en Interpolis daarop kan reageren.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 120423 / HA ZA 04-2168
Vonnis van 30 maart 2011
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. W.A.J. Hagen te Arnhem,
tegen
de naamloze vennootschap
INTERPOLIS SCHADEVERZEKERING N.V.,
voorheen
STERPOLIS SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem.
Partijen zullen hierna [eiser] en Interpolis genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 oktober 2009
- het deskundigenbericht van de arbeidsdeskundige R.E.E.M. Artoos van 14 juni 2010
- de conclusie na deskundigenbericht tevens akte houdende wijziging (vermeerdering) van eis van [eiser]
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van Interpolis.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De gewijzigde vordering
2.1. [eiser] heeft in zijn laatste akte zijn eis gewijzigd, aldus dat hij thans vordert dat de rechtbank, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. Interpolis zal veroordelen om aan [eiser] te voldoen € 916.628,30, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van aanzegging – 18 september 1989 – tot de dag der algehele voldoening, subsidiair vanaf de respectievelijke data van het ontstaan van de diverse schadeposten tot aan de dag der algehele voldoening, een en ander onder aftrek van de betaalde voorschotten ad € 160.924,00 waarbij bepaald dient te worden dat de voorschotten allereerst in mindering strekken op de rente en kosten en daarna pas op de hoofdsom;
II. voor recht zal verklaren dat Interpolis gehouden is om bij wijziging van de huidige WAO-uitkering van [eiser], die is gebaseerd op een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100% en meer in het bijzonder bij een verlaging van die WAO-uitkering vergeleken met het niveau van deze uitkering per 1 januari 2010 (vermeerderd met de jaarlijkse loonindexcijfers voor de toekomst) aan [eiser] tot zijn 67e jaar jaarlijks een zodanig aanvullende betaling te doen, dat de negatieve gevolgen van een en ander, althans de (netto) vermindering zullen/zal worden gecompenseerd;
III. Voor recht zal verklaren dat Interpolis gehouden is om, indien toekomstige (stelsel)wijzigingen in het zorgverzekeringsstelsel ertoe leiden dat [eiser] een hogere eigen bijdrage dan wel een hoger eigen risico voor medische kosten verschuldigd is dan € 165,-- per jaar aan [eiser] tot zijn 75e jaar jaarlijks een betaling te doen die de negatieve gevolgen van deze verandering, althans vermindering, voor [eiser] netto zal/zullen compenseren;
IV. Voor recht zal verklaren dat indien en voor zover in de toekomst, als gevolg van een verergering van het ongevalsletsel, meer of andere voorzieningen voor het vervoer, de woning en het algemeen dagelijks leven nodig zijn dan de in deze dagvaarding gevorderde voorzieningen, Interpolis gehouden is om aan [eiser] deze voor zijn rekening komende kosten te vergoeden;
V. Voor recht zal verklaren dat, indien en voor zover de fiscus [eiser] een aanslag loon/inkomstenbelasting en premieheffing oplegt over de door hem ontvangen en nog te ontvangen schadevergoedingen, Interpolis [eiser] dient te vrijwaren voor de hieruit voortvloeiende schade, de kosten van eventueel te voeren procedures daaronder begrepen;
VI. Interpolis zal veroordelen om aan [eiser] te voldoen de hiervoor onder 2 tot en met 5 bedoelde schade, voor zover niet in onderhavige procedure te begroten, als nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
V. Interpolis zal veroordelen in de kosten van deze procedure, de kosten van betekening en executie daaronder begrepen.
3. De verdere beoordeling
3.1. In het vorige vonnis is R.E.E.M. Artoos tot deskundige benoemd. Zij heeft op 14 juni 2010 een deskundigenbericht opgesteld. Partijen, eerst [eiser] en daarna Interpolis, hebben daarop in hun conclusies gereageerd. Daarnaast heeft [eiser] zijn eis gewijzigd, waarop Interpolis heeft gereageerd.
3.2. De schade die [eiser] thans vordert omvat de volgende schadeposten:
A. Arbeidsvermogensschade inclusief pensioenschade,
verlies zelfwerkzaamheid en belastingschade € 536.579,00
B. Materiële schade vanaf het ongeval tot en met november 1994 € 25.338,47
C. Surplus boven functiegroep 5 € 79.136,00
D. Extra reiskosten woon-/werkverkeer € 23.561,18
E. Orthopedisch schoeisel € 46.447,00
F. Sociale kilometers € 34.206,00
G. Kosten bezoek artsen en ziekenhuizen € 7.617,50
H. Eigen bijdrage zorgverzekering € 4.100,00
I. Kosten verhuizing Eibergen € 4.550,00
J. Studiekosten € 274,58
K. Bedbank € 11.760,00
L. Aangepaste autostoel € 15.000,00
M. Aanschaf sta- opstoel € 30.429,00
N. Expertise Actua Consult en Bureau Pals € 10.459,08
O. Kosten (buitengerechtelijke) rechtsbijstand € 4.425,52
P. Overige kosten/Verschotten € 7.744,97
Q. Smartengeld € 75.000,00
R. Wettelijke rente p.m.
S. Toekomstige schade p.m.
T. Fiscaal voorbehoud p.m.
Totaal € 916.628,83
3.3. Interpolis heeft tegen diverse schadeposten verweer gevoerd. Alvorens verder wordt beslist, krijgt [eiser] een laatste gelegenheid zich bij akte met betrekking tot de schadeposten uit te laten, waarbij hij in het bijzonder wordt verzocht zich uit te laten over het volgende:
- Ten aanzien van schadepost A.: [eiser] wordt verzocht zich met betrekking tot de schade wegens verlies van zelfwerkzaamheid nader uit te laten over het verweer van Interpolis dat de richtlijn van de Letselschaderaad moet worden gevolgd en, met het oog op eventuele begroting van deze schade volgens de Letselschaderaad-normen, over de relevante informatie aangaande de woonsituatie en dergelijke van [eiser].
- Ten aanzien van schadepost B.: [eiser] wordt verzocht de schadeposten die worden genoemd in het overzicht dat als productie 8 bij de laatste akte is overgelegd toe te lichten en zoveel mogelijk met bescheiden te onderbouwen, behoudens voor zover hij die schadeposten wenst af te wikkelen op basis van de (eventuele) toepasselijke Letselschaderaadrichtlijnen, in verband waarmee [eiser] wordt verzocht aan te geven voor welke schadeposten hij dat wenst.
- Ten aanzien van schade post E.: [eiser] wordt verzocht in te gaan op het verweer van Interpolis (onder verwijzing naar het rapport van Laumen, productie 1 bij de laatste akte van Interpolis) dat de schade beperkt zou zijn tot € 136,-- per jaar en op het verweer dat ook zonder ongeval [eiser] uitgaven had moeten doen voor schoeisel.
- Ten aanzien van schadepost F.: [eiser] wordt verzocht toe te lichten waarom en in hoeverre hij thans meer kilometers per auto aflegt dan voor het ongeval.
- Ten aanzien van schadepost I.: [eiser] wordt verzocht deze schadepost met bescheiden te onderbouwen.
- Ten aanzien van schadepost K.: [eiser] wordt verzocht de gestelde levensduur van de bedbank te onderbouwen.
- Ten aanzien van schadepost L.: [eiser] wordt verzocht de gestelde levensduur van zeven jaar te onderbouwen, alsmede middels bescheiden de gemaakte kosten in verband met de tot nu toe aangeschafte autostoelen.
- Ten aanzien van schadepost M.: [eiser] wordt verzocht om in te gaan op het verweer dat [eiser] toch een vergoeding zou krijgen voor de aanschaf van deze stoel, alsmede op de gestelde levensduur van 5 jaar en de inhoud van de onderhoudswerkzaamheden.
- Ten aanzien van schadepost P.: [eiser] wordt verzocht bescheiden in het geding te brengen ter onderbouwing van die schadepost.
- Ten aanzien van schadepost R.: [eiser] wordt verzocht in te gaan op het door Interpolis gevoerde verweer met betrekking tot de voor 1 januari 1992 gevorderde rente.
- Ten aanzien van schadepost S.: [eiser] wordt verzocht in te gaan op het hiertegen door Interpolis gevoerde verweer.
3.4. Partijen hebben zich, ondanks het verzoek daartoe in het laatste vonnis, niet uitgelaten over de persoon van een eventueel te benoemen deskundige (rekenkundige). Aangezien de rechtbank thans voornemens is zich door een rekenkundige te laten voorlichten over de omvang van de schade die Interpolis moet vergoeden, krijgen de partijen die gelegenheid nogmaals. Partijen zijn ook niet ingegaan op de vraag van de rechtbank uiteen te zetten welke voorschotten er zijn betaald. Zijn dienen dat alsnog te doen, onder vermelding van de datum waarop de voorschotten zijn betaald en waarbij duidelijk wordt onderscheiden waarop de voorschotten betrekking hebben (al dan niet op vergoeding van (buiten)gerechtelijke kosten).
3.5. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
4. De beslissing
De rechtbank
verwijst de zaak naar de rol van 11 mei 2011 voor akte aan de zijde van [eiser] als bedoeld in rov. 3.3. en 3.4., waarna Interpolis daarop bij antwoordakte mag reageren,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E.B. ter Heide, mr. C.M.E. Lagarde en mr. S.C.P. Giesen en in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2011.
cc:SG